Moslim kan meeneuriën bij zesde couplet
Meezingen met het Wilhelmus is niet makkelijk als je er niet mee opgegroeid bent. De SGP wil dat straks iedere allochtoon via de inburgeringscursus weet wat het volkslied is. „Een sympathiek idee”, noemt minister Van der Laan dat.
„Ik heb het Wilhelmus gaandeweg geleerd, vooral tijdens de 4 meiherdenkingen”, herinnert Ayhan Tonca zich, die in de jaren 70 als kind uit een gastarbeidersgezin van Turkije naar Nederland kwam. „Op school was er niet veel aandacht voor het volkslied, ook toen al niet.”Reden om sowieso meer aandacht aan het Wilhelmus te besteden, vindt Tonca, bestuurslid van diverse allochtonen- en moslimorganisaties en CDA-fractievoorzitter in Apeldoorn. „Op inburgeringscursussen én op scholen. Het is ronduit jammer hoe weinig jongeren het Wilhelmus nog kennen.”
De opmerkingen van Tonca zijn koren op de molen van de SGP in de Tweede Kamer. Kamerlid Van der Staaij diende woensdag een motie in bij de behandeling van de integratiebegroting, waarin hij ervoor pleit dat er in de inburgeringscursussen meer aandacht komt voor het Wilhelmus.
Op vragen van Kamerlid Dijsselbloem van de PvdA zei hij dat de nieuwe Nederlanders heus niet alle coupletten uit het blote hoofd ten gehore hoeven te brengen. „Dat zal de meeste autochtonen ook niet lukken.” De SGP’er wil alleen dat er aandacht aan het volkslied wordt besteed, zodat de cursisten er daarna gewoon iets van weten. Minister Van der Laan noemde dat later een „sympathiek idee.”
Het volkslied telt vijftien coupletten. Het eerste en het zesde –dat een uitgesproken christelijk karakter heeft– zijn de enige coupletten die veelvuldig worden aangeheven. Niet iedere allochtoon kan het zesde couplet om die reden waarderen, weet CDA’er Tonca. „Ik kan me voorstellen dat er moslims zijn die moeite hebben met dat couplet. Of die gewoon mee moeten zingen omdat ze in Nederland zijn? Dat kun je niet verplichten. Je kunt ook meeneurieën, dat doen zo veel mensen.”
Zelf heeft Tonca geen moeite met de christelijke inhoud van het volkslied. „Het koningshuis en het christendom zijn historisch gezien vaststaande feiten. Dat moet je gewoon weten.”