Affaires werpen licht op duistere kant Chirac
Het leek een slapend dossier te worden. Maar er zit schot in het onderzoek naar de moord op de Franse onderzoeksrechter Bernard Borrel. Zijn weduwe is optimistisch gestemd over de ontwikkelingen. Dat is slecht nieuws voor Jacques Chirac.
Het net rond de voormalige Franse president sluit zich. Binnenkort zal hij aan de rechter moeten uitleggen wat al die partijleden op de loonlijst van het stadhuis van Parijs deden. Het is slechts het topje van de ijsberg.Zijn populariteit mag dan nog steeds ongekend zijn –twee jaar na het beëindigen van zijn ambtstermijn vindt 60 procent van de Fransen nog altijd dat hij het goed heeft gedaan– de voormalige president moet het bij tijd en wijlen flink benauwd hebben.
Frankrijk, maar vooral Chirac, hield onlangs de adem in toen Charles Pasqua de media bij elkaar trommelde. De voor illegale wapenhandel met Angola veroordeelde ex-minister van Binnenlandse Zaken kon het niet langer verkroppen dat klaarblijkelijk alleen hij moest hangen. De 82-jarige riep Chirac op zijn verantwoordelijkheid niet langer te ontlopen. Volgens diens voormalige raadgever wist het Franse staatshoofd van de illegale wapenhandel en had hij er zelfs toestemming voor gegeven.
De naam van Chirac komt naar voren in tal van onderzoeken naar verschillende affaires. Charmeur Chirac lijkt zijn belagers van zich af te schudden als een eend druppels water, zo omschreef een onderzoeksjournalist het ooit.
Een van de affaires waarin zijn naam wordt genoemd is de affaire Borrel. In 1995 werd in Djibouti het half verbrande lichaam van de Franse onderzoeksrechter Bernard Borrel gevonden. „Zelfmoord”, verklaarde de Franse ambassade in Djibouti.
Zijn vrouw Elisabeth twijfelde sterk aan die lezing en begon een zoektocht naar de ware toedracht. Al vijftien jaar probeert ze de puzzelstukjes in elkaar te passen. Regelmatig reist ze het land door om steun te vragen. Ditmaal vormt de filmzaal van een cultureel centrum in Lille het decor.
Een veertigtal belangstellenden luistert naar een vurig betoog waarbij haar stem af en toe overslaat. „Het Elysée heeft alles in het werk gesteld om de zelfmoord van mijn man aannemelijk te maken”, zegt Borrel, „en om het gerechtelijk onderzoek te vertragen en tegen te werken.” Chirac heeft zelfs geprobeerd de onderzoeksrechter het zwijgen op te leggen door de president van Djibouti te adviseren het dossier via het Internationaal Strafhof in Den Haag op te eisen. Is dat handelen in het belang van de Franse staat?”
In 2002 wordt na röntgenonderzoek op het lichaam geconcludeerd dat Bernard Borrel door geweld om het leven is gekomen. De opdrachtgevers van die moord zaten volgens de weduwe in Parijs. „Mijn man kreeg documenten in handen die het netwerk rond Chirac in gevaar brachten. Ze zeggen iets over de Franse belangen in Djibouti.”
Het onderzoek in de affaire-Borrel richt zich op verschillende theorieën. Zo is er mogelijk een verband tussen de Franse militaire belangen in het land –jaarlijks wordt er 30 miljoen euro betaald voor een grote militaire basis– en het in het zadel helpen van de huidige machthebber, Ismaël Omar Guelleh. Ook zou de onderzoeksrechter te veel hebben geweten over de Franse rol bij de handel in verrijkt uranium in dit deel van Afrika.
De zaak lijkt in een stroomversnelling te raken, onder meer door het optreden van de huidige president – ook bepaald geen fan van Chirac. Sarkozy liet al tijdens zijn campagne voor het presidentschap weten een einde te willen maken aan de maffiose banden tussen Frankrijk en Afrika. Hij ontving de weduwe Borrel op het Elysée en beloofde zijn steun bij het vinden van de waarheid.