Gave grafheuvels in IJsselstein blootgelegd
„Dit is helemaal geweldig voor een archeoloog”, roept Linda Veniers enthousiast. Met de schop in de hand staat ze in een blootgelegde grafheuvel uit de Romeinse tijd. Uniek is dat deze heuvel in het Utrechtse IJsselstein nog geheel intact is.
Archeologe Veniers gaf de pers woensdag een toelichting op de opgravingen, tussen de bedrijven van het industrieterrein Over Oudland, aan de rand van het dorp IJsselstein.Het Archeologisch Dienstencentrum (ADC) legde er hier tot nu toe vier bloot. Volgens Veniers, projectleider, zijn opgravingen van grafheuvels die nog intact zijn uniek.
De meeste heuvels werden in de negentiende of de twintigste eeuw gelijk gemaakt met het terrein eromheen, om landbouw of huizenbouw mogelijk te maken. Dan is alleen aan de greppels rond de inmiddels verstoorde grafheuvels te zien hoe die hebben gelopen. De vorige ontdekking van gave grafheuvels was in 1950, bij het Brabantse Esch.
Een wit lint geeft het loopveld in de Romeinse tijd aan, een geel lint erboven de hoogte van de ‘heuvel’, Zo’n 40 centimeter.
De grafheuvels zijn 8 meter in omtrek en goed bewaard gebleven door een flink pakket klei. Ze werden gemarkeerd door houten paaltjes, maar daarvan is niets meer over gebleven.
De begraafplaatsen behoorden bij een nederzetting die zo’n 200 meter zuidelijker lag en die in 2001 deels is opgegraven. Deze bestond vermoedelijk uit vier of vijf boerderijen.
Waarschijnlijk lagen er tussen het huidige opgravingsterrein en de voormalige nederzetting nog meer grafheuvels. Deze zijn niet blootgelegd. In dat gebied, aan de overkant van de weg, staan nu bedrijven. De bouw ervan kon destijds niet worden tegengehouden, omdat de huidige archeologiewetgeving toen nog niet gold, aldus Veniers.
In een van de heuvels zijn resten van een gecremeerd lichaam en grafgiften aangetroffen: twee schalen van Romeins aardewerk, een kruikje en een groot bord, daterend uit de tweede eeuw na Christus. Mogelijk bevatte het kruikje drank en lag er eten op het bord. Dit voedsel was bedoeld als leeftocht voor de overledene voor zijn reis tot aan de doodsrivier, aldus Edwin Blom, senior archeoloog Romeinse tijd van ADC.
De aardewerken schalen zijn vermoedelijk in de omgeving van het Duitse Trier gemaakt. Het gaat om luxeproducten. Veniers durft echter niet te concluderen dat de bewoners van de nederzetting rijk waren. „Het kan ook zijn dat ze veel praktische spullen wilden meegeven.”
Opmerkelijk vindt Veniers het dat er tot nu toe nog geen metalen voorwerpen zijn opgegraven. Wel werden er enkele dierlijke botten aangetroffen. In de nederzetting zijn acht jaar geleden diverse metalen haarspelden ontdekt.
Het vermoeden bestaat dat er nog drie à vier grafheuvels op het terrein aanwezig zijn. Deze moeten voor de Kerst worden ontleed. „Het wordt nog flink buffelen”, zegt Blom. „Maar het gaat lukken”, stelt Veniers.
Na afsluiting van de opgravingen vestigt IJsselstein zijn gemeentewerf op het terrein. De gevonden voorwerpen gaan naar een provinciaal depot.
Op 12 december is er een open dag voor het publiek.