Vergoeding bij ontslag
Adriaan is 39 jaar en heeft net tien dienstjaren bij zijn werkgever vol gemaakt. Door reorganisatie moet zijn werkgever hem onverwacht ontslaan.
Zijn salaris is 2500 euro bruto per maand. Op welke vergoeding kan Adriaan nu aanspraak maken? Afhankelijk van zijn woon- en werkplaats of ontslagprocedure kan dat in een vergelijkbaar geval behoorlijk verschillen. Dat verschil in vergoeding kan voor Adriaan wel oplopen tot zo’n 6250 euro bruto. Hoe kan dat?Menig arbeidsrechtjurist kijkt reikhalzend uit naar morgen. Dan doet de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland, uitspraak over vergoedingen bij kennelijk onredelijk ontslag. Die uitspraak kan gevolgen hebben voor de wijze waarop deze vergoedingen worden berekend.
Tot vorig jaar kenden we in Nederland slechts één formule om een vergoeding bij ontslag te berekenen: de kantonrechters- of ABC-formule. Die formule is sinds 1 januari veranderd. Sindsdien is de weging van arbeidsjaren anders. Dienstjaren op hogere leeftijd tellen zwaarder dan dienstjaren op lagere leeftijd. De kantonrechtersformule werd bijna uitsluitend gebruikt door de kantonrechter in de ontbindingsprocedure. Inmiddels zijn er nog twee manieren waarop een eventuele vergoeding bij ontslag kan worden berekend.
Die andere twee manieren spelen een rol in de ”kennelijk onredelijk ontslag”-procedure. Dat is een procedure die de werknemer kan starten indien hij van mening is dat de opzegging van zijn werkgever duidelijk onredelijk is.
Opzegging is de tweede manier waarop een dienstverband kan worden beëindigd. De werkgever heeft meestal toestemming van UWV Werkbedrijf nodig, voordat hij kan opzeggen. Wanneer de werknemer van mening is dat, ondanks de verleende toestemming, het gegeven ontslag kennelijk onredelijk is, kan hij bij de kantonrechter een schadevergoeding vorderen. Een hoger beroep bij het gerechtshof is dan de vervolgstap. Bijvoorbeeld omdat de gevolgen voor het ontslag voor de werknemer heel ernstig zijn in vergelijking met het belang dat de werkgever had bij opzegging.
Houvast
Wanneer de rechter van oordeel is dat het ontslag kennelijk onredelijk is, kan hij een vergoeding toekennen. Formeel is dat een schadevergoeding, maar een zuivere schadevergoeding is het niet. De werknemer hoeft bijvoorbeeld niet aan te tonen dat hij financieel nadeel heeft geleden.
Tot 2008 was er geen maatstaf zoals de kantonrechtersformule, voor de berekening van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. De praktijk leerde wel dat de schadevergoeding vrijwel altijd lager uitpakte dan de vergoeding in de ontbindingsprocedure conform de kantonrechtersformule. Er is in literatuur veel gediscussieerd over de vraag of dat nu wel terecht is.
Hoe dan ook, het gerechts-hof Den Haag introduceerde eind 2008 een formule om de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag te berekenen. Die formule kwam neer op de kantonrechtersformule zoals die gold tot 1 januari 2009, onder aftrek van 30 procent. De gerechtshoven Amsterdam, Arnhem, Den Bosch en Leeuwarden introduceerden in de loop van 2009 een andere variant, die bekendstaat als de XYZ-formule. Die werkt hetzelfde als de ABC-formule. Alleen is het uitgangspunt voor de correctiefactor anders.
Ondanks alle voors- en tegens werd hiermee een richtlijn gegeven voor de berekening van de vergoeding. Dat gaf meer houvast dan er was. Morgen doet de Hoge Raad uitspraak of het Hof Den Haag terecht gebruik heeft gemaakt van zijn formule.
De auteur is werkzaam als jurist individuele belangenbehartiging bij de RMU. Reageren aan scribent? socialezaken@refdag.nl.