„Moslims plegen geen genocide”
Is de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan te vertrouwen? Velen vragen zich af of hij Turkije, dat officieel een scheiding tussen kerk en staat kent, wil islamiseren.
Hij heeft onmiskenbaar politiek talent. In 1994 werd Erdogan burgemeester van Istanbul. De burgemeester werd in 2002 premier en is dat nog altijd. Voor Turkse begrippen is dat een enorme prestatie.Het is de verdienste van Erdogan dat hij de inflatie sterk heeft teruggebracht en de buitenlandse investeringen enorm heeft doen toenemen. De vliegvelden zijn architectonische hoogstandjes geworden, het wegennet is uitgebreid en het aantal ziekenhuizen is flink gestegen.
Tegelijkertijd is er de twijfel over Erdogan. Onder hem is het aantal vrouwen dat een hoofddoek draagt sterk gestegen. De scheiding tussen kerk en staat zou hij willen opheffen.
Erdogan geeft zelf voeding aan de twijfel door zijn uitlatingen. Enkele voorbeelden. Allereerst zijn inmiddels overbekende woorden uit 2001: „Minaretten zijn onze bajonetten, de koepels helmen, de moskeeën onze kazernes en de gelovigen soldaten.” Later werd de uitspraak gebagatelliseerd. De woorden zouden niet van Erdogan zijn. Hij zou een militant gedicht hebben geciteerd.
Nog een voorbeeld. Vorig jaar waarschuwde Erdogan tijdens een toespraak in Keulen zijn Turkse landgenoten om niet te assimileren. Het prijsgeven van hun identiteit noemde hij een misdaad tegen de mensheid.
Voor de Turken met een Duits paspoort is het natuurlijk belangrijk als ze de Duitse taal leren spreken, maar volledige assimilatie mag volgens Erdogan niet worden verwacht. Ze moeten tegelijkertijd ook de Turkse identiteit en cultuur handhaven en zich niet te veel aanpassen, aldus de Turkse premier.
Een laatste voorbeeld. Tijdens het bezoek eerder deze maand van de Sudanese leider Bashir aan Turkije zei Erdogan dat „het onmogelijk voor islamieten is om een genocide uit te voeren.” Hij nam het op voor Bashir, die ervan wordt beschuldigd in Darfur een volkerenmoord te hebben georganiseerd.
De christenen in Europa zijn niet beter dan de moslims in het Midden-Oosten of waar dan ook. We hoeven alleen maar te denken aan de moord in Europa op de 6 miljoen Joden. Anderzijds is er in Turkije zoiets geweest als de Armeense genocide. Hoe kan hij zoiets zeggen?
Dit zijn maar drie voorbeelden. Er valt er gemakkelijk nog een aantal aan toe te voegen.
De vraag is waarom Erdogan keer op keer dergelijke uitspraken doet. Vorige Turkse premiers lieten zich zelden uit over de islam. Maar dat waren dan ook regeringsleiders die de scheiding tussen kerk en staat voorstonden.
Bij Erdogan draait het iedere keer uit op de islam en de moslims. Erdogan ontkent iedere keer in alle toonaarden dat hij de scheiding van kerk en staat wil opheffen en dat hij uit is op de invoering van de islamitische wetgeving.
Toch is zijn AK-partij in het islamisme geworteld en wordt de harde kern van zijn partij door radicale moslims gevormd. Mogelijk wachten Erdogan en de zijnen slechts het goede moment af om aan de scheiding van kerk en staat te morrelen.
Veelzeggend is in dit verband het voorwoord dat columniste Ebru Umar schrijft in het boek ”Erdogan” van Maurice Becker (uitgeverij Aspekt): „Wat je niet ziet is hoe de fundamentalisten van de AK-partij op de achtergrond aan de touwtjes trekken. Dat is althans wat je hoort, wat je verteld wordt door je Turkse vrienden.
Ik geloof er heilig in dat Erdogan en de zijnen er mateloos plezier aan beleven stukje bij beetje de regels van de islam in het dagelijks leven te doen infiltreren. En ik blijf dit heilig geloven, ondanks dat niemand er de vinger op durft te leggen.”
René Zeeman. Reageren aan scribent? buizaken@refdag.nl.