Dierenvrienden ruziën over zeehondenjacht
Het Wereld Natuur Fonds (WNF) steunt de „barbaarse jacht op een miljoen Canadese zeehonden” en voert „hypocriet beleid.” Dit heeft de Stichting Bont voor Dieren maandag gezegd. Bont voor Dieren houdt via haar website een e-mailcampagne tegen het Wereld Natuur Fonds.
Volgens de stichting heeft het WNF ingestemd met een verruiming van de Canadese jacht op zadelrobben en klapmutsen van 275.000 naar 350.000 exemplaren per jaar. Bont voor Dieren betoogt dat Greenpeace, Zeehondencrèche Pieterburen, de Faunabescherming en de Dierenbescherming het standpunt van het WNF over de Canadese zeehondenjacht ook afkeuren.
In een reactie ontkent het Wereld Natuur Fonds voorstander te zijn van de commerciële zeehondenjacht. De organisatie zegt zich het dierenwelzijnsaspect van de jacht zeer aan te trekken, maar benadrukt dat het WNF zich richt op de bescherming van met uitsterven bedreigde dieren en hun leefomgeving.
„De zadelrob waar het in Canada om gaat, is geen bedreigde soort. Volgens de laatste tellingen leven er in dit deel van de Atlantische oceaan ruim 5 miljoen zadelrobben”, aldus het WNF. De organisatie zegt zich daarom liever te richten op dieren die met uitsterven worden bedreigd, zoals de Groenlandse walvis en de Noordkaper, ook een walvissoort.
Het WNF betoogt dat ze tegen de Canadese overheid heeft benadrukt dat de zeehondenjacht niet mag leiden tot een daling van het aantal zeehonden. „Deze bemoeienis wordt door Bont voor Dieren onterecht uitgelegd alsof het WNF de zeehondenjacht in Canada zou billijken”, aldus het Wereld Natuur Fonds.
„Wij vertrouwen erop dat de dierenwelzijnsorganisaties zich met hun eigen deskundigheid en kracht richten op de welzijnsaspecten van de zeehondenjacht, wat het Wereld Natuur Fonds de ruimte geeft zich te concentreren op de bescherming van de meest bedreigde diersoorten.”
De zeehondenjacht staat bekend om de brute jachtmethoden. Zeehondenjongen wordt met een knuppel of geweerkolf de schedel ingeslagen om de bonthuid van dieren niet te beschadigen. Vervolgens worden de dieren, soms nog levend, gevild.