Ahold en de ‘kleintjes’
Het bericht over het boekhoudschandaal bij Ahold sloeg maandag in als een bom. Logisch, het supermarktconcern maakte bekend dat er de afgelopen twee jaar voor minstens een half miljard dollar is gerommeld in de boeken. Wie had zo’n fraude bij de zo solide ogende Nederlandse onderneming voor mogelijk gehouden?
Het vertrouwen in Ahold is voorlopig zoek. Het kan verkeren. Jarenlang was het concern bij beleggers vooral door zijn opvallende groeicijfers een van de beurslievelingen. Van een kruidenierswinkeltje in Zaandam groeide het in ruim honderd jaar uit tot het op twee na grootste supermarktconcern ter wereld. Vooral de afgelopen tien jaar was er onder de bezielende leiding van topman Van der Hoeven sprake van een enorme expansie.
Toch is die sterke groei misschien wel een van de belangrijkste oorzaken van de problemen nu. Want de fraude roept de vraag op in hoeverre Ahold de gang van zaken bij zijn dochters goed onder controle heeft.
Het rommelt namelijk al langer. Precies een jaar geleden kwamen de eerste signalen dat er wat loos was met de boekhouding. Het concern ontkende de geruchten met kracht. Enkele maanden later moest de onderneming echter toegeven dat de winstcijfers door problemen in Zuid-Amerika zouden tegenvallen. In november volgde zelfs een tweede winstwaarschuwing.
De druk op topman Van der Hoeven om af te treden nam toe, maar met krachtige taal en gesteund door de raad van commissarissen werd de kritiek gepareerd. Maandag werd echter duidelijk dat de geruchten over de boekhoudfouten toch bleken te kloppen.
Bij het Amerikaanse dochterbedrijf US Foodservice is voor het niet misselijke bedrag van minstens 500 miljoen dollar gesjoemeld. En de tegenvaller kan voor Ahold nog verder oplopen, omdat ook bij andere dochters in onder meer Argentinië is gerommeld.
Gezien de enorme fraude is het volkomen terecht dat de lange tijd zo gelauwerde Van der Hoeven en zijn financiële topman Meurs opstappen. Waarschijnlijk hebben zij er niet persoonlijk aan meegedaan (dat dient grondig te worden uitgezocht), maar zij zijn als belangrijkste directieleden wel verantwoordelijk voor de gang van zaken.
Overigens dient de raad van commissarissen ook bij zichzelf te rade te gaan. Dit orgaan dat de directie moet controleren, heeft de negatieve signalen immers te lang naast zich neergelegd.
Ook de rol van de accountant roept vragen op. Heeft de toezichthouder net als bij Enron gefaald of ligt de schuld alleen bij Ahold? Onderzoek zal dat moeten uitwijzen.
De boekhoudschandalen bepalen ons tevens bij een van de nadelen van het kapitalisme. Op de effectenbeurzen gaat het met name om een zo hoog mogelijke winst en daarom moeten bedrijven maximaal presteren om in de gunst van de beleggers te blijven. Maar hierdoor kan de druk om negatieve gegevens te verdoezelen wel toenemen.
Dat geldt zeker als de tegenvallers nadelige gevolgen hebben voor het salaris van de managers. Als hun bedrijf het goed doet, krijgen ze vaak extra bonussen in de vorm van bijvoorbeeld optieregelingen, maar bij slechtere prestaties lopen ze deze mis.
Ook vanuit dit oogpunt is het belangrijk om een zo’n doorzichtig mogelijke boekhouding te hebben. Affaires zoals nu bij Ahold zorgen er immers voor dat het toch al aangetaste vertrouwen bij beleggers een nieuwe deuk oploopt.
Overigens was de reactie op de beurs maandag wel erg paniekerig. De fraude is weliswaar een fikse tegenvaller, maar daar staat tegenover dat de consument er niet minder boodschappen bij Albert Heijn om zal doen. Ahold heeft met een omzet van bijna 70 miljard euro een stevig fundament, maar het moet wel beter op de ’kleintjes’ gaan letten.