Bovendien heeft Ahold-topman C. van der Hoeven beursregels overtreden door koersgevoelige informatie niet tijdig bekend te maken. Tegen hem is echter geen aanklacht ingediend, meldde Sobi maandag.

Op 17 juli 2002 maakte Ahold volgens de stichting bekend dat het concern voor 492 miljoen dollar aan leningen en aandelen van zijn Argentijnse partner Velox Retail Holding (VRH) overnam. VRH kon haar drie Argentijnse bankiers niet meer betalen.

Volgens Sobi was dit echter al voor 17 juli bekend. Op 21, 25 en 28 juni vielen de desbetreffende banken om en vaardigde het openbaar ministerie in Argentinië een internationaal arrestatiebevel uit tegen de directieleden, de gebroeders Peirano.

Volgens Sobi stond toen al vast dat de banken hun vorderingen op VRH zouden opeisen. Maar Van der Hoeven heeft dit bewust verzwegen, stelt zij. Sobi legt hierbij een verband tussen de belangen van Van der Hoeven en de Peirano’s. Een van de broers was bestuursvoorzitter van het samenwerkingsverband tussen Disco en Ahold. VRH heeft een belang in Disco. Bovendien was een van hen directeur van Banco Velox, onderdeel van Velox Retail Holding.

Verder heeft Van der Hoeven onjuiste informatie verschaft, aldus Sobi. In het Duitse dagblad Die Welt zei de Ahold-topman dat het financiële risico rond VRH hypothetisch was. Het risico bedroeg volgens Sobi meer dan 492 miljoen dollar. Op 20 juni had Ahold 248 miljoen dollar in het samenwerkingsverband met VRH gestort. Het totale risico voor Ahold bedroeg dus 740 miljoen dollar, aldus Sobi.

Op 2 juli is volgens Sobi met voorkennis gehandeld in aandelen Ahold door personen die op de hoogte waren van de gang van zaken rond VRH. Sobi-voorzitter P. Lakeman denkt echter niet dat Van der Hoeven daarbij hoort. Nalatigheid van de topman is er wel debet aan, stelt de stichting. Op 2 juli daalde de koers 10 procent. Op 17 juli ging de koers nog eens 10 procent omlaag.