Taxi voor scholier terecht geweigerd
De gemeenten Leeuwarden heeft de ouders van een gehandicapte leerling van de Zwolse Obadjaschool terecht een tegemoetkoming in de kosten van aangepast vervoer geweigerd.
Dat heeft de Raad van State dinsdag bepaald.Volgens de gemeente is de jongen, die onder andere het syndroom van Down heeft, in staat om onder begeleiding met het openbaar vervoer te reizen. Door te reizen met een taxi zou de reistijd bovendien niet met 50 procent worden bekort, terwijl de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Leeuwarden dit wel als voorwaarde voor het ontvangen van een tegemoetkoming stelt.
Eerder stelde de rechtbank Leeuwarden de gemeente in het gelijk in deze kwestie. De ouders bleven echter bij hun standpunt dat het advies van een ggz-arts van Argonaut Advies waarop de gemeente zich baseerde, niet klopt. Vanmorgen erkende de Raad van State dat deskundigen verdeeld zijn over de beperkingen van de leerling. Tegelijkertijd oordeelt de raad echter dat de betreffende ggz-arts in een aanvullend advies zijn standpunt voldoende heeft onderbouwd.
Ook de grief van de ouders dat het college de reistijd van hun zoon onjuist heeft berekend klopt volgens de raad niet. Omdat het college bereid is voor de reis van huis naar station en station naar station en vice versa taxivervoer te bekostigen, hoeft de jongen niet over te stappen van de bus naar de trein en loopt hij in dat opzicht geen vertraging op, aldus de raad.