Afkoopsommen van hier tot ginder
Falende directeuren van ziekenhuizen en andere zorginstellingen krijgen een veel te riante afvloeiingsregeling. In een brief aan minister De Geus van Volksgezondheid trok het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) hierover eind vorige week aan de bel.
CTG-voorzitter Rob Scheerder: „Bij de behandeling van nogal wat aanvragen om noodhulp zijn we veel gevallen van mismanagement tegengekomen waarbij er toch riante bedragen aan scheidende directeuren werden uitgekeerd. Ik heb contracten gezien waarbij in geval van gedwongen vertrek een of twee jaarsalarissen zouden worden uitbetaald. Ik heb ook wel eens een regeling aangetroffen waarbij iemand van 55 jaar die het slecht had gedaan, naar huis werd gestuurd met de garantie dat hij tot zijn pensioen zijn volledige salaris kreeg doorbetaald. Dat zou toch niet mogen.”
Wat zou u een normaal bedrag vinden?
„Ik noem geen bedragen. Het maakt een groot verschil of je praat over het salaris van een directeur van een verzorgingshuis of van een ziekenhuis. Bij ziekenhuizen schommelen de salarissen algauw tussen de anderhalve en twee ton.”
Een minister komt met minder thuis.
„Er is enkele jaren geleden een onderzoek naar gedaan waaruit bleek dat de topsalarissen in de gezondheidszorg gemiddeld 80 procent hoger liggen dan de topinkomens bij de overheid.”
Wat vindt u daarvan?
„Ik ga er niet over. De raden van toezicht bepalen individuele beloningen van de top.”
U zult er vast wel een mening over hebben.
„Het college heeft mij niet voor niets opgedragen aan de bel te trekken nadat we voor de zoveelste keer een royale regeling waren tegengekomen.”
Dat gaat over afvloeiingsregelingen. Maar u komt toch ook die hoge salarissen tegen?
„Waarom moet ik dat allemaal zeggen? Het CTG is toch al de kop van jut. Dat rapport over die hoge salarissen ligt er al tweeënhalf jaar. Er is niets mee gedaan. Ik zeg er wel meteen bij dat een ziekenhuisdirecteur een complexe baan heeft. Hij heeft een heel lastige positie ten aanzien van de specialisten. Er kan bovendien van alles misgaan in een ziekenhuis, met alle maatschappelijke onrust van dien. Maar het is ook weer niet zo dat een ziekenhuis een enorm ondernemingsrisico heeft. Er gaat geen ziekenhuis failliet in dit land. Wat dat betreft moet je het als directeur wel heel bruin bakken voordat je eruit moet. En zelfs dan krijg je dus een mooie afvloeiingsregeling, zo leert de praktijk.”
U hebt het over mismanagement, maar volgens sommigen ligt het ook aan de veranderde omstandigheden. Er is immers meer marktwerking gekomen.
„De ziekenhuizen hebben zelf aangedrongen op meer marktwerking. Daarom hebben we een paar jaar geleden gezegd: Oké dames en heren, als u meer doet, krijgt u meer geld. En dan nu klagen dat we een nieuw systeem hebben ingevoerd? Ja, zegt een directeur, ik moet in januari al aangeven dat ik dat jaar honderd heupen doe, dan ga ik investeren en blijk ik er maar negentig te doen. Dan komt hij niet uit en dan krijgt hij opeens heimwee naar het oude, veilige budgetsysteem. Dan ben ik uitgepraat.”
De brokken die u aantreft, zijn die doorgaans het gevolg van falen?
„Ik noem het maar mismanagement: veel dure interimmers, hoog ziekteverzuim, boven de CAO betalen, dure automatiseringsprojecten die mislukken, meer personeel dan nodig is en zo nog een rijtje. Ik kom maar weinig tegen dat financiële tekorten zijn ontstaan door het wegwerken van wachtlijsten. Voor iemand die het uit de hand heeft laten lopen maar in wiens ziekenhuis geen wachtlijst meer te vinden, zou ik nog waardering kunnen hebben.”
De vereniging van ziekenhuisdirecteuren zegt dat het vaak gaat om prima mensen die alleen op de verkeerde plek terecht zijn gekomen.
„Maar wel met een afkoopsom van hier tot ginder. En dan over drie maanden weer ergens anders beginnen. Dan hebben ze die regeling niet nodig.”
Zou de minister moeten ingrijpen?
„Ons signaal is primair bedoeld voor de raden van toezicht van de ziekenhuizen.”