Opinie

De macht van kerk en dominee

Reformatorische mensen onderhouden een ingewikkelde verhouding met de traditie van de kerk. Aan de ene kant zijn ze vurige aanhangers van de ”sola Scriptura”-gedachte van de Reformatie. Alleen de Schrift, bij voorkeur zo letterlijk mogelijk gelezen, heeft het uiteindelijke gezag. Wie de kerkelijke traditie gelijke zeggingskracht toekent, is rooms bezig.

24 November 2009 08:12Gewijzigd op 14 November 2020 09:13

Aan de andere kant is juist in reformatorische kringen het autoriteitsargument altijd nogal zwaarwegend geweest. Als de dominee het zegt, is het waar. Als wij in onze kringen het altijd zo gedaan hebben, is het goed. En als de oudvaders het schrijven, wie zijn wij dan om het tegenovergestelde te beweren.Wie wil weten hoe hij met moeilijke dingen als volwassendoop, aanbod van genade, theocratie en democratie, tolerantie, creationisme, sport of theater moet omgaan, duikt in de geschiedenis en kijkt wat de kerkvaders erover schreven, wat Calvijn erover zei en wat Voetius ervan dacht. Met daarbij tussen de regels door de gedachte dat die traditie behoorlijk maatgevend is voor het heden. Als de oudvaders een pedagogische tik verantwoord vonden, moeten wij van goeden huize komen om te beweren dat dat anders is.

Toch lijkt het historische autoriteitsargument tegenwoordig snel aan waarde in te boeten. Dankzij een gemiddeld hoger opleidingsniveau is de bijbehorende kritische zin toegenomen en houden mensen vrijmoediger vast aan hun eigen mening tegenover die van ouderling, directeur of bestuurslid. Doorslaggevend zijn de afwegingen van het eigen geweten, de individuele overtuiging en de persoonlijk gevoelde noodzaak.

Je kunt zeggen: dat zijn allemaal uitingen van een postmoderne tijdgeest. Toch is dat niet helemaal waar, want eigenlijk is het ook heel reformatorisch gedacht. Niet de traditie van de kerk, maar het eigen geweten geeft de doorslag. Met precies dat argument stelden Luther en Calvijn immers dat de rooms-katholieke geestelijkheid niet het alleenrecht had op het lezen en uitleggen van de Schrift. Integendeel: iedere individuele persoon, ook de allereenvoudigste gelovige, had het recht en de plicht om zélf de Bijbel te lezen, biddend om verlichting door de Heilige Geest.

Niettemin erkenden zij ook dat daar een gevaar lag. Als iedereen, ongehinderd door kennis, zomaar de Bijbel ging uitleggen zoals hij dat in zijn eigen geweten voelde, stond de deur natuurlijk open voor allerlei wind van leer. Daarom was de traditie van de kerk wel degelijk van belang, zij het ondergeschikt aan het opperste gezag van de Schrift.

Daar kunnen we vandaag iets mee, met die houding. Juist in postmoderne tijden, waarin iedereen zijn hoogstpersoonlijke opvatting van de waarheid lijkt te hebben, is het belangrijk om de traditie een plaats te geven. Niet de eigen, smalle traditie –al dan niet teruggeprojecteerd in het verleden– maar de grote traditie van alle eeuwen en plaatsen. Het belijden van de kerk mag op sommige punten verdeeld zijn, er is altijd een vaste kern die boventijdelijk en bovenplaatselijk is, en die vastligt in –bijvoorbeeld– de Twaalf Artikelen.

Daarom benadrukt tegenwoordig niet alleen de paus het belang van de traditie, maar ook protestanten als dr. A. J. Plaisier en dr. W. van Vlastuin. De laatste schreef onlangs in Trouw: „We hebben de traditie harder nodig dan dertig jaar geleden. In het huidige klimaat van relativisme, onverschilligheid en individualisme is het goed om te putten uit iets klassieks.”

De fronten zijn dus verschoven. Niet het rooms-katholicisme met zijn te zware nadruk op traditie, maar het postmoderne relativisme met zijn volkomen verwaarlozen van traditie vormt vandaag het front.

Enny de BruijnReageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer