Erkennen
De stem van God is voor een zondaar aan wie Hij ware troost geeft een stille stem. Maar die stem wordt voorafgegaan door een grote en sterke wind, door een aardbeving en door vuur, zoals bij de Horeb. En zie, de Heere ging voorbij en een grote en sterke wind die de steenrotsen scheurde, ging voor Hem heen; doch de Heere was in de wind niet, ook niet in een aardbeving of in een vuur, maar Hij was na het vuur in het suizen van een zachte stilte.De zondaar zal zich er echter wel van bewust worden dat zijn zonden de toorn van God verdienen en hoe vreselijk het is in de handen van een levende God te vallen. Voordat Hij tot zondaren van vrede spreekt, brengt Hij ze eerst tot de erkenning dat ze Zijn toorn en straf waardig zijn. Voordat God Zijn genade en liefde aan zondaren openbaart, stopt Hij hun mond en doet hen hun schuld erkennen en zich aan de verdiende straf onderwerpen. Want God zal een mens die tot de erkenning komt dat hij de hel heeft verdiend en zichzelf de dood waardig keurt, in Christus van de verdoemenis vrijspreken.
U zult mij vragen: Hoe komt de zondaar tot de erkenning dat hij Gods toorn heeft verdiend? Een natuurlijk mens kan dit immers ook erkennen, maar nooit zoals iemand dit na zijn bekering erkent. Want een natuurlijk mens kan geen waar gezicht van de zonde en haar kwaad hebben.
Jonathan Edwards, predikant te New Jersey (Leerredenen, 1791)