De politie vermoedt dat dissidente elementen binnen de republikeinse beweging verantwoordelijk zijn voor het beschieten van politieagenten in Garrison, bij de grens met Ierland, en voor het plaatsen van een autobom bij een hoofdkwartier van de politie in de hoofdstad Belfast.Zaterdagavond reden twee verdachten in een auto door een barricade bij het politiebureau. Ze renden weg en een half uur later deed zich een explosie voor. Later bleek dat de meeste explosieven niet waren ontploft. De bom was bijna tweehonderd kilo zwaar en had grote schade veroorzaakt als deze geheel was geëxplodeerd.

In de nacht van zaterdag op zondag beschoten paramilitairen de politie in Garrison. Die beantwoordde het vuur, maar niemand raakte gewond. Later konden vier verdachten worden aangehouden. Een van hen werd gearresteerd in Ierland.

Het is niet toevallig dat de extremisten juist nu van zich doen spreken. De belangrijkste protestante en katholieke partijen in Noord–Ierland, die samenwerken in het Noord–Ierse parlement, liggen met elkaar overhoop over de zeggenschap over politie en justitie. Die ligt nu bij de centrale regering in Londen, maar moet worden overgedragen aan de autoriteiten in Noord–Ierland. De discussie gaat over het moment waarop dat moet gebeuren.

Sinds de Goede Vrijdag–akkoorden van 1998 is het relatief rustig in Noord–Ierland. Het gebied werd in de daaraan voorafgaande drie decennia geteisterd door sektarisch geweld tussen protestanten, die bij het Verenigd Koninkrijk willen blijven horen, en katholieken die aansluiting bij de republiek Ierland nastreven. Meer dan 3500 mensen kwamen om het leven tijdens wederzijds geweld.