Nieuw oorlogsdagboek Joodse vrouw ontdekt
Ruim zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog is een nieuw dagboek van een Joodse vrouw ontdekt. Bij Uitgeverij Balans verschijnt deze week het boek Alles ging aan flarden, het oorlogsdagboek van Klaartje de Zwarte–Walvisch. Jet Bussemaker, staatssecretaris van van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, nam zondag in De Hollandsche Schouwburg in Amsterdam het eerste exemplaar in ontvangst.
Klaartje en Joseph de Zwarte woonden tijdens de oorlog in de Tweede Oosterparkstraat in Amsterdam. Op 22 maart 1943 werden zij en haar man door twee Jodenjagers naar De Hollandsche Schouwburg gesleept, de verzamelplaats in Amsterdam voor deportaties van Joden. Via concentratiekamp Vught en doorgangskamp Westerbork werd Klaartje naar het vernietigingskamp Sobibor vervoerd, waar de nazi’s haar vermoordden.Klaartje, destijds 32 jaar oud, hield een dagboek bij gedurende de laatste verschrikkelijke maanden van haar leven, waarin ze de vervolging van de Joden beschrijft. Het begint op de dag van haar arrestatie en eindigt op 4 juli 1943, vlak voordat ze naar Sobibor werd gestuurd.
Het Joods Historisch Museum in Amsterdam kreeg het dagboek enkele jaren geleden in bezit. De makers van het NPS–programma De Oorlog hebben het boek nu in de openbaarheid gebracht. Zij stuitten vorig jaar op het anonieme verslag van een Joodse naaister tijdens de voorbereidingen voor het maken van de televisieserie en gingen op zoek naar de identiteit van de schrijfster. Na onderzoek van onder meer oude transportlijsten ontdekten ze dat het dagboek van Klaartje de Zwarte–Walvisch moest zijn.
De zwager van Klaartje heeft de dagboeknotities bewaard toen hij zijn schoonzus in Westerbork naar de deportatietrein begeleidde. De vrouw hoopte dat haar verhaal later door anderen gelezen zou worden. „Ik hoop vurig dat alles wat ik hierin heb geschreven nog eens de buitenwereld zal bereiken”, schreef ze.