De verdachte kwam tot zijn daad omdat hij in de veronderstelling was dat de imam aan voodoo deed, zo heeft hij verklaard. O. dacht dat de geestelijke hem had betoverd, waardoor hij onder meer impotent was geworden. Volgens de officier van justitie deed de imam helemaal niet aan voodoo. „De verdachte heeft zichzelf kennelijk wijs gemaakt dat het slachtoffer hem iets zou hebben aangedaan. Hij is dit waarschijnlijk zelf ook echt gaan geloven", meende de aanklager.Volgens het OM was O. op de bewuste ochtend erg boos en nam hij zichzelf voor de imam te vermoorden als hij hem zou tegenkomen. Hij reed vervolgens naar de moskee, waar hij zijn slachtoffer tegenkwam. Hij stak meerdere keren op de geestelijke in, ook nadat het slachtoffer op de grond viel en zich probeerde af te weren. O. zei dat hij zich meerdere keren had voorgenomen de imam te vermoorden, maar dat hij zich tegen die gedachten wist te verzetten.

Uit rapporten van deskundigen blijkt overigens dat de man lijdt aan een ziekelijke stoornis en waandenkbeelden. O. is daarom ook licht verminderd toerekeningsvatbaar.