„Veel vmbo-leerlingen vallen buiten de boot”
De fusie van mavo en vbo tot voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vm bo) verloopt niet naar wens. Het vakkenaanbod is overladen en versnipperd en docenten houden te weinig rekening met de mogelijkheden van hun leerlingen.
Dat schrijven besturenorganisaties uit het beroepsonderwijs in het ”Plan van aanpak leerlingenzorg in het vmbo en praktijkonderwijs”, dat is aangeboden aan het ministerie van Onderwijs. „Het rapport moet niet gezien worden als een afrekening”, zegt een woordvoerster van de Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs. „Het vmbo is nog jong en het is bekend dat onderwijsvernieuwingen er minstens tien jaar over doen voordat ze goed zijn doorgevoerd. Het is overigens uniek dat we als organisaties deze keer niet de evaluatie van de overheid hebben afgewacht, maar zelf onderzoek hebben gedaan.”
Het centraal schriftelijk eindexamen dat in het vmbo over enkele maanden voor het eerst wordt gehouden, is volgens de organisaties „in deze opzet en met deze inhoud voor veel leerlingen onhaalbaar, waardoor ook de diplomamotivatie verdwijnt.” Een examen dat voor alle leerlingen ongeveer gelijkluidend is, is onhaalbaar.
Volgens het rapport presteert het vmbo onder de maat. „Veel leerlingen worden zorgleerlingen omdat ze onderwijs moeten volgen dat niet bij hen past.” Het accent ligt te veel op de algemeen vormende vakken, „terwijl veel leerlingen niet te motiveren zijn met deze theoretische en abstracte leerstof.”
Volgens het rapport richten veel docenten zich eenzijdig op het overbrengen van de leerstof. Ze zouden meer aandacht moeten besteden aan hun pedagogische en didactische optreden, maar „veel leraren zijn hiertoe op dit moment nog niet in staat.” Daardoor raakt „de relatie tussen leerling en leraar onder druk. Het gevaar is dat leraren vastlopen.” Bijscholing van de docenten is volgens het rapport dringend gewenst, terwijl de zorgstructuur voor leerlingen met achterstanden verbeterd moet worden.
Een probleem is de veranderende vmbo-populatie: relatief veel migrantenkinderen, terwijl ook kinderen die eerder naar lom-scholen gingen nu naar het vmbo gaan. Kinderen die met een leerachterstand van twee jaar binnenkomen, zijn geen uitzondering. Onder de ruim 400.000 vmbo-leerlingen (ruim 60 procent van de middelbare scholieren) bevinden zich 68.000 zorgleerlingen, waarvoor scholen extra geld krijgen.