Meebidden met on-Schriftuurlijke predikant
Christus preken, daar ligt de liefde van het hart, zegt de christelijke gereformeerde predikant ds. P. van Zonneveld, die woensdag zijn vijftigjarig ambtsjubileum herdacht. „Ik sta onder de wet van het Koninkrijk der hemelen: Hij moet wassen en ik moet minder worden, en dat tot mijn dood toe.”
Over dat Evangelie spreekt hij graag met jongeren, zegt de 81-jarige predikant, die nog elke zondag voorgaat, in zijn woning in Nunspeet. „Het is kostelijk als ze na de dienst zeggen veel aan de preek gehad te hebben. In de preek spreek ik hen vaak aan: „Jongen, meisje, heeft de Heere al een plaats in jouw hart? Zijn liefde heeft nog nooit iemand teleurgesteld.”Pieter van Zonneveld was zelf achttien jaar toen de Heere Zijn hand op het boze hart legde, zoals de predikant dat zegt. „Dat was de tijd van de eerste liefde. De wereld ervaarde ik als goddeloos.”
Die tijd heeft lang geduurd, maar toen God Zijn hand terugtrok, had ds. Van Zonneveld het niet breed. „Toen kon ik nooit meer zalig worden.”
Ds. L. S. den Boer, preses van het curatorium van de Theologische Hogeschool in Apeldoorn, wees de kandidaat toen op Psalm 130: „Uit diepten van ellenden roep ik.”
„Zo was het bij mij ook. En toch vocht ik om het vlees eronder te krijgen. Paulus schrijft aan de Romeinen dat het vlees zich echter niet kán onderwerpen aan de wet Gods. En toen viel ik in borgarmen. Begrijp je nu dat ik alleen Christus wil verkondigen?”
Eind jaren veertig rijpte bij hem het verlangen predikant te worden, „al zou ik die weg niet gegaan zijn als God het niet duidelijk gemaakt had. Ds. J. Jongeleen uit Bussum zei eens: „Je moet letten op de wenken van Gods voorzienigheid.””
Na een gymnasiumopleiding studeerde ds. Van Zonneveld klassieke talen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam voordat hij zich aanmeldde in Apeldoorn. „Ik dacht daar in Jeruzalem aan te komen. Maar ik moest leren dat het ook daar niet is te vinden. Zodat ik alleen boven Jeruzalem zal ontdekken.” Het wordt even stil. „Ja, mijn heilzon is aan het dagen.”
On-Schriftuurlijk
Achtereenvolgens diende de predikant de gemeenten van Bennekom (1959), Papendrecht (1966), Leerdam (1969), Doornspijk (1977), Driebergen (1984) en ’s-Gravenhage-Scheveningen (1989). In 1993 ging ds. Van Zonneveld met emeritaat en sinds dat jaar woont hij samen met zijn vrouw in Nunspeet.
De 81-jarige predikant staat nog elke zondag op de kansel. Hij preekt dan uit het hoofd. „Het is een gave dat ik niet aan papier gebonden ben. Ik heb de hele week tijd voor Bijbelstudie. Maar als ik het ga opschrijven, wordt het voor de gemeente onverteerbaar. Mijn leermeester prof. W. Kremer zei dat je op de tekst moet ‘broeden’ om ’s zondags te spreken uit de volheid van het gemoed.”
De predikant heeft niet altijd een gewillig gehoor gehad, merkte hij. „Het Evangelie is niet naar de mens. Iemand zei eens dat ik te makkelijk preekte. Een ander vond dat ik on-Schriftuurlijk preekte. Die opmerking viel gelukkig niet in het vlees. Ik zei: „Ik moet elke keer bidden dat ik niet mezelf bedoel, maar Christus. Zult u met mij meebidden?” Toen konden we elkaar weer recht aankijken.”
Het raakt hem als hij merkt dat predikanten het Evangelie onder voorwaarden brengen. „Het Evangelie komt niet met voorwaarden, maar met beloften.
Aan twee woordjes in de preek heb ik de grootste hekel”, vervolgt ds. Van Zonneveld. „Aan als en dan. Die woorden zorgen voor een beschrijvende prediking, waarin de christen centraal staat in plaats van de Christus. Het geloof gaat niet buiten de bevinding om, maar de bevinding mag niet worden verzelfstandigd.”
Zwijgende mensen
Sinds 1981 zit ds. Van Zonneveld in het bestuur van Bewaar het Pand. „We willen geen aparte groep zijn, maar we zijn bedroefd over de gang van zaken in de Christelijke Gereformeerde Kerken.”
Volgens de predikant is de leer van de veronderstelde wedergeboorte door de voordeur uitgeworpen, maar door de achterdeur binnengehaald. „Aan de ene kant is er beredeneerd ongeloof, aan de andere kant beredeneerd geloof. Dat leveren zwijgende, altijd maar zwijgende mensen op. Ze hebben er grote moeite mee om eens kinderlijk eenvoudig te zeggen Wie Christus voor hen is. Maar ze staan in vuur en vlam als je spreekt over zonde en schuld. Dat is een afgesloten hoofdstuk.”
Davidsster
De predikant deed in zijn ambtstijd in Doornspijk een cursus Ivriet, modern Hebreeuws. Tijdens het gesprek draagt ds. Van Zonneveld een gouden davidssterretje op de revers van zijn colbert. In 1976 ging hij voor het eerst naar Israël. Elke dag bidt hij voor de joden, maar hij „kon geen jood bekeren. Bij de Klaagmuur bad ik in het Ivriet „Heere Jezus, kom haastiglijk.” Joden keken me aan met blikken vol haat. Als er toen stenen lagen, zou ik zijn gestenigd.”
Toen ds. Van Zonneveld twee jaar geleden door een hernia moest worden geopereerd, lag hij in de ziekenhuiszaal naast een legerrabbijn. „Toen de fysiotherapeut voorbij liep, riep hij: „Kan ik later weer voetballen?” Laat ik het maar wagen, dacht ik, en ik riep: „En kan ik later weer het Evangelie van Christus preken?” Nou, toen werd het stil hoor”, glimlacht ds. Van Zonneveld.
Ondanks soms goede contacten met Joden ervoer de predikant in gesprekken met hen wrevel als de naam Yeshua ter sprake kwam. „Wat een vreugde zal er zijn voor de kerk uit de heidenen wanneer het deksel van de nakomelingen van Juda wordt weggenomen en wanneer zij de Nakomeling van Juda zien. De lucht is zwanger van Christus’ wederkomst. En Hij komt, ook in Jeruzalem.”