Gods weg
God overtuigt de zondaars van het vreselijke gevaar waarin zij vanwege hun zonden verkeren. Als God hen hun zonde voor ogen heeft gesteld, doet Hij hen gevoelen hoe hun zonden verband houden met hun ellende. Hij doet hun gevoelen dat Zijn ongenoegen zeer vreselijk is. Zij hadden vaak van de toorn van God gehoord, maar zij werden er niet door bewogen. Nu echter gaan ze gevoelen dat het vreselijk is, te vallen in de handen van de levende God. Zij gaan enigermate de verschrikking van de hel voelen en zij krijgen er een blijvende indruk van dat God op hen toornt en zij voor eeuwig zonder hoop in de hel zullen storten.Andere zondaren horen van de hel spreken, maar overtuigde zondaren hebben als het ware de hel voor ogen. Het is alsof ze de hel geopend zien. Ja, of ze God zien, Die in onverzoenlijke toorn op hen zal vallen. Zulke zondaren voelen enigermate hoe er verband bestaat tussen hun zonde en die toorn. Zij hebben daar soms zulk een indruk van dat de vrees hen aangrijpt. Zij verwachten dat dit hun deel zal worden.
Dit is volgens de Heilige Schrift in veel gevallen Gods wijze van handelen. Toen onze eerste ouders van die verboden vrucht hadden gegeten, opende God de weg en deed hen hun schuld en het gevaar gevoelen voordat Hij hun het verbond der genade openbaarde.
Jonathan Edwards, predikant te New Jersey (Leerredenen, 1791)