Een medewerkster van een winkel aan de Voorstraat zag rond twintig voor 3 dat een man en een vrouw de zaak binnen kwamen. Het viel haar op dat de twee zich nogal verdacht gedroegen en zij kreeg de indruk dat zij op diefstal uit waren.

Zij sprak de vrouw aan en vroeg of zij haar van dienst kon zijn. De vrouw gaf aan alleen even te kijken. De medewerkster vertrouwde het echter nog steeds niet en bleef in hun buurt. Daarop verliet het tweetal de winkel zonder iets te kopen (of te stelen).

De medewerkster sprak twee passerende agenten aan en vertelde haar verhaal. De agenten keken in de omgeving naar de verdachten en zagen hen op de Voorstraat lopen. Zij spraken het tweetal, een 29-jarige vrouw en een 33-jarige man uit Mongolië, aan.

De agenten zagen dat de jas van de man erg bol stond. Twee binnenzakken van zijn jas bleken te zijn geprepareerd voor winkeldiefstal. Daarop hielden de agenten de verdachten aan.

In het politiebureau bleek dat het tweetal illegaal in Nederland verblijft. Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt, waarna zij zijn overgedragen aan de Vreemdelingenpolitie.