Zou de goede sint wel komen…
Zou de goede sint wel komen…? Een veelgehoorde vraag, in het bijzonder in deze herfstige weken erg actueel. Ook een terechte vraag voor wie de klemtoon juist weet te leggen. Wie, al dan niet zingend, de klemtoon op sínt legt, begaat natuurlijk een grove vergissing. Dat zou immers suggereren dat er goede en foute sinten zouden zijn. Terwijl een sint, volgens de rooms-katholieke overlevering toch een heilige is. Foute heiligen kunnen niet bestaan.
Zou de góéde sint wel komen. Het aanbod aan sinten is deze weken groot. Je kunt ze op bestelling en tegen betaling laten voorrijden. ’t Muntje in het kistje klinkt, Sint z’n schimmel snel bespringt. Maar ’t blijft afwachten; zou de góéde sint wel komen?In de oorlog was die vraag ook prangend. Sinten genoeg; goede en foute. Oorlog of niet, de goedheiligman wist tussen duikboten, V-bommen en luchtafweer door de weg naar Nederland te vinden. Trouwens, ook naar –willekeurig– het militaire opleidingskamp Jackson in de Verenigde Staten, Oranjehaven in Londen of in Tjimahi bij Bandoeng.
De bewijzen daarvoor zijn te vinden in museum Ons’ Lieve Heer op Solder, vergeef mij de naam. Maar deze Amsterdamse schuilkerk heeft een naam op te houden, ze is de heilige Nicolaas toegewijd. Jaarlijks zoekt het museum een invalshoek om aandacht te geven aan het liefdadigheidswerk van deze bisschop en zijn bisschoppelijke staf.
Tot nu toe heeft het museum verzuimd een tentoonstelling in te richten met alle bezwaren uit protestantse hoek. Nog even en dan hoeft dat ook niet meer, of het moet een historische tentoonstelling worden.
Het museum bracht dit jaar foto’s, tekeningen en sinterklaasgedichten uit oorlogstijd bij elkaar. Het is helder wie in de gedichten op de hak genomen werd: de mof, wiens laars men op de nek voelde. Sint als uitlaatklep; Nederland rijmde alle ongerijmdheden van de bezetter bij elkaar. Van felle aanklachten tegen de Jodenvervolging tot de vreugde om een rol toiletpapier in tijden van schaarste.
Zie de maan schijnt door de bomen
NSB’ers staakt uw wild gedaas
D’overwinning zal er komen
Oranje wordt hier weer de baas
Vol verwachting klopt mijn hart
Wie de strop krijgt, wie de gard
Voor de geallieerden was 5 december aanleiding om de Nederlandse bevolking een hart onder de riem te steken. De Royal Airforce strooide snoepgoed uit, met afbeeldingen waarop Hitler over de knie gaat bij Zwarte Piet. Radio Oranje sprak de burger moed in met rijmelarijen.
Het gedicht werd een nationale, collectieve verzetsdaad.
De tentoonstelling op de Amsterdamse Solder maakt buitengewoon nieuwsgierig. Naar de volgende expositie, over zeg maar een jaar. Die móét wel gaan over sint in de Tachtigjarige Oorlog. In welk een gewetensconflict moet de goedheiligman toen hebben verkeerd. Zijn reizen naar Nederland zullen zich hebben beperkt tot de periode van het Twaalfjarig Bestand. Met Spaanse matten en oranjeappeltjes aan boord ging de sint, bij gebrek aan stoom, onder zeil.
Twaalf jaar reisde hij weldoende door Nederland, om tot de ontdekking te komen dat de positie van zijn geloofsgenoten niet gemakkelijk was. Ze moesten in het geniep vergaderen, op een Solder in Amsterdam. Vanaf 1621 zat de bisschop weer achter de Spaanse geraniums. Om vervolgens, na een klop op de deur, te horen dat ene Hein hem beroofd had van zijn werkkapitaal. Met een diepe crisis tot gevolg. In Nederland zong men: Zou het met de sint wel goedkomen?
Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.