Sparen weer in beeld bij ING
Grote overnames doet ING voorlopig niet. „We richten ons op onze kernactiviteiten en investeren alleen in autonome groei, kostenbesparing en ING Direct”, duidt topman Ewald Kist de richting die de bankverzekeraar uitgaat. Sparen is weer in beeld.
In de extreme onzekerheden van het huidige economische en politieke klimaat durfde Kist het vrijdag niet aan een winstverwachting voor dit jaar uit te spreken. „Het is een kwestie van riemen vast en je aanpassen aan de omstandigheden. We wapenen ons nu voor de donkere dagen in 2003.”
Aan het vertellen van „sprookjes” heeft Kist nu even geen behoefte. Daarmee wordt de vraag hoe de winstgevendheid van ING overeind te houden, immers niet beantwoord. Een van de problemen is dat de lage beurskoersen hun tol gaan eisen. In het verleden wist de bankverzekeraar de winsten op te krikken door jaarlijks een vast percentage van 15 procent van de winst uit beleggingen af te romen. Dat zit er niet meer in.
Een ander probleem zijn de bancaire activiteiten. De resultaten staan behoorlijk onder druk, met name door de hoge bedragen die ING voor slechte leningen apart moest zetten. Vooral het zakenbankieren heeft last van de economische neergang. Er zijn veel minder fusies en beursgangen van bedrijven te begeleiden. Verzekeren levert momenteel meer op. Van het bedrijfsresultaat over 2002 van 4,25 miljard euro kwam liefst 79 procent voor rekening van deze bedrijfsactiviteit.
Verder moet ING de vraag onder ogen zien hoe het met de bufferreserves zit die het concern aanhoudt om koersverliezen op het verzekerings- en pensioenvermogen op te vangen. Volgens financieel topman Cees Maas is de verhouding tussen vermogen en verplichtingen nog steeds ruim voldoende.
Eind 2002 was de solvabiliteit van de verzekeringspoot 169 procent van het wettelijk vereiste minimum, op dit moment nog altijd circa 160 procent. Toch nam ING vorig jaar november een paar maatregelen om het kernvermogen van de bank te versterken. Daarmee moet het toekomstige schommelingen in de waarde van aandelen en onroerend goed kunnen opvangen. Kist: „Al zakken de beurzen verder weg, u kunt op ons blijven rekenen.”
Keerzijde van de donkere beursmedaille is dat sparen weer populair wordt. Met de retailactiviteiten zit het wel snor. Internetbank ING Direct wist vorig jaar het aantal aangesloten klanten bijna te verdubbelen tot ruim 5 miljoen, terwijl het beheerde vermogen van 31 miljard tot 55 miljard euro steeg. „Heel de wereld is aan het sparen, wij zijn gewoon bezig dat geld binnen te halen”, legt Kist uit.
De werkwijze van ING is vrij eenvoudig. In plaats van voor veel geld een kantorennetwerk uit te bouwen, laat de bankverzekeraar in een aantal landen de klant het werk zelf doen. Zo kwamen er vorig jaar in Duitsland in één dag 150.000 klanten bij. Ze brachten per persoon gemiddeld 10.000 euro spaargeld mee. „Geen probleem, want dat gebeurde voor het grootste deel volledig via internet.”
Met name in Duitsland pakte ING flink uit met het concept van onlinebankieren via het uitgeklede servicepakket van de Postbank. Zo nam het belang in DiBa -Deutsche Direkt Bank- toe tot 70 procent. Twee andere soortgelijke banken, Degussa Bank en Entrium, werden ingelijfd. Gezamenlijk brachten zij ruim een miljoen klanten mee.
Ook de Verenigde Staten vormen een behoorlijke groeimarkt. „In Florida loopt het storm”, constateert een vergenoegde Kist. ING Direct, momenteel in zeven landen actief, was in het vierde kwartaal van 2002 voor het eerst winstgevend.
De snelle opkomst van het internetbankieren is meer dan slechts een geïsoleerd verschijnsel. Sparen is weer helemaal in beeld. Want in moeilijke tijden blijkt het simpele vakwerk zo zijn aantrekkelijke kanten te hebben. Trek zo veel mogelijk spaargeld aan en zet dit zo rendabel mogelijk uit door middel van leningen. ING is terug bij af.