Wapenveldse winkeliers vrijuit
De winkeliers in Wapenveld die een bordje ophingen met de tekst dat ze één asielzoeker per keer binnenlaten, krijgen geen straf. Ze worden hooguit schuldig verklaard aan discriminatie. Dat maakte kantonrechter mr. D. J. Buijs in Apeldoorn donderdagmiddag bekend.
De twee winkeliers -de een heeft een slijterij, de ander een elektrozaak- hingen de gewraakte bordjes vorig jaar juli op omdat ze overlast ondervonden van bewoners uit het asielzoekerscentrum in het dorp. Die kwamen met groepen tegelijk binnen, waardoor de winkeliers geen overzicht meer hadden.
De hinder bereikte een hoogtepunt toen de winkeliers allebei werden bestolen. Zo verdwenen er uit de elektrozaak twee videocamera’s ter waarde van 2000 euro. De winkeliers besloten een bordje op te hangen om het winkelbezoek te reguleren. De actie veroorzaakte veel commotie. Het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie diende een klacht in en het openbaar ministerie besloot er een rechtszaak van te maken.
Donderdag moesten de winkeliers -R. Herfkens en G. J. Steenbergen- zich verantwoorden voor de kantonrechter in Apeldoorn. Ze verklaarden de bordjes niet uit racistische motieven te hebben opgehangen, maar zagen die slechts als „ordemaatregel.” Bovendien zouden ze nooit daadwerkelijk een asielzoeker hebben geweigerd. „Iedereen is welkom, maar niet allemaal tegelijk”, omschreef advocaat mr. J. Boksem de bedoeling van de winkeliers.
Herfkens, eigenaar van de slijterij, hing als eerste het bordje op. Steenbergen volgde nadat hij bij zijn collega had geïnformeerd of er bezwaren tegen het bordje bestonden. Herfkens had van zowel de politie als de gemeente Heerde, waar Wapenveld onder valt, geen negatieve reacties gehad. Daarop besloot Steenbergen ook een bordje op te hangen.
De winkeliers hebben zich niet gerealiseerd dat hun actie zo’n commotie zou veroorzaken, aldus advocaat mr. O. C. A. Millaard. „Ze waren zelf verrast door de enorme aandacht, ook in de media.” Bij Steenbergen leidde de commotie ertoe dat hij een paar dagen later het bordje zelf weghaalde.
De advocaten vergeleken de kwestie met winkels waar een bordje hangt dat er niet meer dan één of twee scholieren tegelijk naar binnen mogen. „Als de overlast door scholieren of door soldaten was veroorzaakt, hadden zij op het bordje gestaan”, aldus Boksem. Ook bestreden de advocaten dat de winkeliers onderscheid zouden maken tussen blanke en gekleurde asielzoekers. Ze benadrukten de goede relatie van de winkeliers met het asielzoekerscentrum. Zo bracht Herfkens namens de plaatselijke ondernemersvereniging een aantal basket- en korfballen omdat asielzoekers zich verveelden.
Officier van justitie mr. H. A. A. Vrijhoeve wil met de rechtszaak een uitspraak afdwingen over de juridische grenzen van discriminatie. Ze eiste een voorwaardelijke boete van 250 euro per persoon, met een proeftijd van een jaar. Kantonrechter Buijs liet op voorhand weten geen straf te zullen opleggen. „Mocht het tot een veroordeling komen, dan wordt u alleen schuldig verklaard aan discriminatie.” Buijs doet volgende week donderdag uitspraak.