De Kamer wacht nu eerst een onderzoek af van de Algemene Rekenkamer naar de jongste overschrijding. Dat zal half juni klaar zijn. Daarna zal een werkgroep uit de Kamer een plan voor een eigen parlementair onderzoek opstellen.

Dit voorstel, dat was ingediend door de LPF-fractie, werd donderdag door alle fracties ondersteund. Woensdag zag het ernaar uit dat een kamermeerderheid direct een parlementair onderzoek wilde naar de overschrijdingen. PvdA, GroenLinks en LPF hadden daarvoor een gezamenlijke motie opgesteld.

Deze motie zou op een nipte meerderheid kunnen rekenen, alleen de fracties van CDA en VVD zouden tegenstemmen. Op het laatste moment trok de LPF de steun echter in en kwam met een eigen voorstel om het onderzoek te verschuiven tot het moment dat de Algemene Rekenkamer het rapport over de overschrijdingen heeft gepubliceerd. Ook CDA en VVD konden zich daarin vinden, zodat uiteindelijk alle fracties voorstemden. GroenLinks, SP en SGP wilden het liefst een parlementaire enquête instellen, maar daarvoor is op dit moment geen meerderheid. Voorstellen van deze partijen en D66 om de bouw van de goederenspoorlijn te stoppen of te vertragen, haalden het donderdag ook niet.

Alle fracties steunden een motie die minister De Boer van Verkeer en Waterstaat oproept de kosten voor beheer en onderhoud van de lijn door te berekenen aan de toekomstige gebruikers. De Kamer vindt het geen goede zaak dat de belastingbetaler opdraait voor het verwachte tekort in de exploitatie. Naar verwachting moet de overheid gedurende tien à twintig jaar tussen de 15 en de 25 miljoen euro bijdragen aan het onderhoud.

Minister De Boer is niet blij met de aanvaarding van de motie. Hij vreest dat bedrijven straks geen trek hebben in het vervoer via de Betuweroute als ze er meer voor moeten betalen. „Als er straks helemaal geen treinen over de lijn rijden, zit de overheid met de gebakken peren”, zo zei de bewindsman.