Bijeenkomst Zin-in (III)
Het leek ons goed eens een bijeenkomst van Zin-in mee te maken. Er werd door de sprekers, in de korte tijd die ze hadden, geprobeerd evenwichtig en diep op de onderwerpen in te gaan. En met eerbiedige terughoudendheid. Er werd onder andere gewezen op de verleidende macht van de satan, bijvoorbeeld door middel van dvd’s.
De maandag erop viel ons direct op dat het krantenartikel (RD 26-10) hierover eerder een sfeertekening, met prikkelende zinnen, was dan een exacte weergave. Je kon wachten op pittige ingezonden brieven. En die kwamen er dus ook.Dit briefje is bedoeld als oproep: probeer bij het schrijven recht te doen aan de intenties van mensen.
M. den Besten
Oranjeplein 10
4141 AR Leerdam
Weer las ik het droeve bericht in de krant (RD 2-11) dat er in het weekend in het verkeer zes doden gevallen zijn. De ongelukken gebeurden door botsingen tegen een boom, waardoor vijf van de zes doden vielen. Het doet mij steeds weer pijn als ik dit lees.
Vooral de jongeren beseffen niet hoe gevaarlijk snelheid is bij botsing tegen een vast voorwerp, bijvoorbeeld een boom. En leergeld valt hier niet te betalen, want het is onherroepelijk. De provincie Gelderland had een paar jaar terug goede plannen om bomen langs de weg, weg te halen en op grotere afstand nieuwe te planten. Bestuurders moeten kijken naar de gevaarlijke plekken en actie ondernemen. En jonge automobilisten: rijd niet te hard, zeker niet op wegen waar bomen staan.
E. L. van de Werken
Herradesstraat 64
3312 NN Dordrecht
Deze keer heeft de redactie ervoor gekozen (RD 4-11) om op dankdag een extra omslag bij te voegen. Een veertiental kinderen en jongeren komt daarbij aan het woord. Een stuk bezinning is zeker goed. Toch was ondergetekende teleurgesteld ná het lezen van de voorpagina. De reden? Je mist zo de teneur van verlegenheid, onwaardigheid en onmacht om in waarheid de Heere te danken. Mag je dat dan van kinderen en jongeren verwachten? Het wordt hun door het RD wel gevraagd. Is de vraagstelling soms niet zo verstandig? Ik denk het. De vraag: „Waar ga je dit jaar voor danken?” vind ik niet gelukkig gekozen voor kinderen en jongeren. De wijze van beantwoording vraagt in ieder geval wel een stuk begeleiding van ouders, leerkrachten, catecheten en ambtsdragers.
Het commentaar en de meditatie van wijlen de godvrezende prediker F. Bakker uit Driebergen ademden gelukkig een andere sfeer. Ook de reformator Calvijn verwoordde dankbaarheid anders, als hij onder meer schrijft: „Wat zal ik de Heere vergelden voor al Zijn weldaden, aan mij bewezen? Hij gevoelt zich zó overstelpt door de menigte van Gods weldaden, dat hij onbekwaam en onmachtig is om Hem er naar behoren voor te danken.”
Toen de apostel sprak: „Ik dank God voor Zijn onuitsprekelijke gave”, sprak hij vanuit het welwezen van het geloof. Dat kunnen en mogen we niet zomaar nazeggen.
De Heere zegene ons maar met schuld, zoals iemand in onze omgeving op de dankdag opmerkte.
J. A. Jobse
Uddelerweg 51
8075 CH ELSPEET
”Nederlander nooit tevreden over hoogte strafmaat” kopte deze krant (RD 6-11) boven een artikel waarin prof. mr. E. F. Stamhuis aan het woord komt. Ik verbaasde mij zeer over de argumentatie die hij gebruikt. Zo stelt hij dat burgers straffen toch nooit hoog genoeg vinden. Dat zou blijken uit zijn ervaring, onder andere met de Europese strafmaat die steeds hoger is geworden.
Verder noemt hij als argument dat iedere Nederlander een potentiële dader is en daarom de straf laag wil houden. Maar straf is er nu juist om ervoor te zorgen dat burgers zich niet aan overtredingen schuldig maken. In principe hebben burgers geen enkele legitieme reden om dader te worden en daarom lijkt het mij onterecht waarde te hechten aan wat de dader van de hem opgelegde straf vindt.
Zolang dit soort argumentatie wordt aangevoerd tegen verhoging van straffen, zal ik voorlopig blijven hangen in mijn vooroordeel dat straffen in Nederland inderdaad te laag zijn.
Jouk Coster
Aquamarijnstraat 441
9743 PL Groningen