„Efeze 2 is de Bijbel in het klein”
De eerste tien verzen van Efeze 2 worden wel „de Bijbel in het klein” genoemd: ellende, verlossing en dankbaarheid. „Paulus plaatst Gods ondoorgrondelijke rijkdom tegen een donkere achtergrond. Dat is het ware leven: roemen in de Heere.”
Dat zei ds. L. Groenenberg zaterdag in Lage Vuursche tijdens een Bijbelconferentie van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, in samenwerking met de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie (HHJO). De hersteld hervormde predikant uit Schoonrewoerd sprak over Efeze 2 en 3. Tijdens de Bijbelstudieconferentie afgelopen weekend bestudeerden zo’n honderd jongeren (23+) samen de Efezebrief.Paulus begint Efeze 2 met het tekenen van een „negatief mensbeeld”, zei ds. Groenenberg. „Dat past niet in onze tijd. Maar Paulus wist heel goed wie hij was. De mens zonder God is als een vis op het droge; hij is levend dood.”
In vers 4 komt er een keerpunt, zo stelde de predikant. „Het initiatief ligt bij de Heere. Er staat: „Maar God…” Gods hart brandde al van liefde toen de mens nog in opstand leefde.”
Dit loopt uit op het roemen in God en het doen van goede werken. „Als we mogen leven vanuit Gods liefde kan het niet anders of er komt wederliefde.”
Gezagscrisis
Het tweede gedeelte van Efeze 2 is in zekere zin een herhaling van het eerste, aldus de predikant uit Schoonrewoerd. „Opnieuw wordt eerst de ellende getekend en opnieuw volgt het „maar” van God. Israël was eerst Gods afgezonderde volk. Maar nu Christus gekomen is, is er één volk dat op één manier zalig wordt.”
In Efeze 3 spreekt Paulus over zijn eigen plaats in het heilsplan van God, zei ds. Groenenberg. „Paulus is geroepen door God en heeft van Hem Zijn openbaring ontvangen. Predikanten moeten nog steeds geroepen zijn door God: door Zijn openbaring krijgen zij gezag in de kerk. Dat er tegenwoordig een gezagscrisis is heeft hier alles mee te maken.”
Vers tien van dit hoofdstuk –„Opdat nu, door de gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods”– wordt niet vaak genoemd in de prediking, zo bekende de predikant. „Het is een moeilijk vers. Mijns inziens betekent het dat het bestaan van de kerk zelf al een prediking is. En de engelen in de hemel verheugen zich als één zondaar zich bekeert.”
In de gespreksronde kwamen voornamelijk vragen rond het verbond naar voren. Iemand vroeg naar de verhouding tussen actief en passief zijn, met het oog op de belofte. Ds. Groenenberg: „Ik heb zelf wiskunde gestudeerd en wilde altijd graag rechtlijnig denken. Maar in Gods koninkrijk is alles anders. Alleen de Heere maakt zalig, maar wij zijn wel verantwoordelijk. Dat klopt niet, maar het is zo; er blijft een spanning.”
Hoe zit het dan met het verbond? Ds. Groenenberg: „Zoals God in het Oude Testament op enkele uitzonderingen na alleen in Israël werkte, zo werkt hij ook nu vooral binnen de kerk. Het behoren bij het verbond is al een stukje uitverkiezing. Maar ik zeg niet dat het genoeg is: het is niet alles Israël wat Israël genoemd wordt.”
Dienend leven
Andere sprekers op de jongerenconferentie waren ds. L. A. den Butter en ds. H. Korving. De predikanten ds. G. R. Procee en ds. R. van de Kamp besteedden in de kerkdiensten gisteren aandacht aan ”Heilig en dienend leven”, naar aanleiding van Efeze 5:1-6:9, en ”Standhouden in een geestelijke strijd”, over Efeze 6:10-24.