Kerk & religie

Waarheidsvriend / Kerkblad voor het Noorden / Wachter Sions

Ds. H. J. Lam citeert in De Waarheidsvriend, wekelijkse uitgave van de Gereformeerde Bond, een gebed van Johann Arndt (1555-1621), een van de belangrijkste lutherse theologen van na de Reformatie. Een fragment.

6 November 2009 18:28Gewijzigd op 14 November 2020 09:05

„Hoe hartelijk hebben alle heiligen U gedankt en gezegd: „Het is goed dat men de Heere love en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste.” En: „Ik zal U met vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o Heere, loven, want Hij is goed.” Loof de Heere, mijn ziel, en vergeet niet wat Hij u goeds gedaan heeft.Geef dat ik alles met een dankbaar hart uit Uw hand ontvang en Uw gaven uit de schatten van Uw genade en barmhartigheid aanneem; dat ik ook leer erkennen dat Gij alleen Uw goederen en gaven voor mij bewaart, en niet ikzelf; dat ik U ook daarom bid, liefheb, eer en prijs; dat ik alles wat Gij mij geeft gebruik tot lof en roem van Uw Naam, en niet mijzelf maar U de eer in alle dingen geef.

Want dat is de dankbaarheid en de gerechtigheid die ik U schuldig ben, want alles is het Uwe. En dat is de waarheid dat ik dat erken en prijs. En zo Gij iets goeds door mij werkt, geef dat ik het U en niet mijzelf toeschrijf, en dat ik zeg, wanneer ik alles gedaan heb: Ik ben een onnutte dienstknecht, een onwaardig werktuig van Uw genade.

Geef mij ook dat ik dankbaar ben jegens degenen door wie Gij mij weldoet en dat ik hen om Uwentwil liefheb en eer, en hen door Uw genade dien en van Uw goederen weldoe en voor hen bid. Ja, dat ik ook om Uwentwil mijn vijanden liefheb en hun goed doe.

Laat de ondankbaarheid, die de allerschandelijkste zonde is, in mij geen wortel schieten, opdat mij de vloek niet treffe. Maar laat de edele deugd van de dankbaarheid, die een moeder is van vele zegeningen, altijd bij mij blijven, opdat ik met een vrolijk hart en geweten U met alle heilige engelen in eeuwigheid voor al Uw weldaden love en prijze, door Christus, onze Heere.”

Kerkblad voor Noorden

In Kerkblad voor het Noorden, regionaal orgaan voor de Christelijke Gereformeerde Kerken, zoekt René Nicolai naar redenen om toch dankbaar te zijn in crisistijd.

„Dankbaar dat we met al onze zorgen tot de Heer kunnen gaan en dat we er niet alleen voor staan. Ondanks dat de situatie soms uitzichtloos kan lijken, mogen we ons vertrouwen in God stellen en onze zorgen bij Hem brengen. God laat niet los wat Zijn hand begonnen is en daar mogen we troost uit putten. Dat betekent niet dat alle problemen direct opgelost worden, maar we hoeven het niet meer alleen te dragen. Men zou verwachten dat door de crisis meer mensen tot dit inzicht zouden komen, maar het kerkbezoek neemt ondanks de crisis niet toe. Het adagium ”Nood leert bidden” lijkt niet meer te gelden in deze tijden. ”Nood leert danken” is van een heel andere orde en misschien wel een stuk moeilijker. In tijden van crisis is het lastig om stil te staan bij de zegeningen die er zijn en op de knieën te gaan om God daarvoor te danken. En toch, als we onze zegeningen tellen, één voor één, dan moeten we tot de conclusie komen dat er heel veel is om voor te danken. De tegenslagen of teleurstellingen zullen er niet door verdwijnen en daar moeten we ook mee om leren gaan, maar één ding mogen we ook zeker weten: de Heer laat ons niet los, wat er ook gebeurt.”

De Wachter Sions

In verband met dankdag vraagt L. M. P. Scholten in De Wachter Sions, orgaan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, aandacht voor de biddagbrief van de Amerikaanse president Lincoln uit 1863, die integraal in het blad is opgenomen. Een fragment.

„Wij hebben de liefdevolle Hand vergeten die ons vrede schonk, ons vermenigvuldigde en bekrachtigde. Wij hebben, in de bedrieglijkheid van onze harten, ons ingebeeld dat deze zegeningen de vrucht waren van onze eigen vermeende wijsheid en deugdzaamheid.

Bedwelmd door onze ononderbroken voorspoed, werden wij te zelfvoldaan om nog de noodzakelijkheid van verlossing en genade te erkennen, te trots om te bidden tot God Die ons geschapen heeft!

Daarom past het ons om ons te vernederen door de beledigde machthebber onze zonden te belijden en om vergeving te smeken.

Om deze reden roep ik, in overeenstemming met het verzoek en in volledige overeenkomst met de inzichten van de Senaat, door deze proclamatie, donderdag de 30e april van het jaar 1863 uit tot een dag van algemene nationale verootmoediging, onder vasten en gebed. En ik verzoek hierbij het gehele volk dringend om zich op onderscheidene, daartoe gebruikelijke plaatsen te verenigen, of zo nodig in hun respectievelijke woningen bijeen te komen, om deze dag de Heere te heiligen en te wijden aan het nakomen van onze godsdienstplichten die passen bij onze uiterst ernstige situatie.

Wanneer wij dit alles zullen nakomen, in ernst en waarheid, laat ons nederig ons vertrouwen stellen op die hoop die de Heilige Schrift in uitzicht stelt, dat de gezamenlijke roep van een volk in nood in den hoge gehoord wordt en met zegeningen zal worden beantwoord, dat wij vergeving van onze nationale zonden zullen ontvangen, herstel van ons thans zo verdeeld en lijdend land en een terugkeer tot onze gelukkige staat van eenheid en rust van weleer.

Ten getuige waarvan ik hieronder mijn handtekening plaats en deze met het zegel van de Verenigde Staten bekrachtig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer