Opinie

Interne strijd in islam

In de moslimwereld zijn onverwachte reformistische geluiden te horen, signaleert Patrick Sookhdeo. Westerse regeringen en kerken moeten deze ontwikkeling aanmoedigen.

6 November 2009 18:09Gewijzigd op 14 November 2020 09:05

Sinds de moderniteit en de islamitische wereld elkaar voor het eerst ontmoetten, is de stem van islamitische traditionalisten dominant in de moslimwereld. Deze conservatieven beschouwen de sharia als goddelijk geïnspireerd en onveranderlijk en keren zich tegen liberale opvattingen die de islamitische bronnen willen herinterpreteren voor een moderne context.Recent hebben echter onverwacht belangrijke leiders binnen de hoofdstroom van de islam vragen gesteld bij traditionele opvattingen en praktijken en openlijk ideeën gesteund die verenigbaar zijn met de moderniteit. Ze stellen bepaalde aspecten van de sharia ter discussie en roepen op tot een liberale en modernistische islam die past binnen westerse normen.

Zo weigerden twee vrouwelijke leden van het Koeweitse parlement in het parlement een hoofddoek te dragen. Ze eisen afschaffing van een bepaling die voorschrijft dat de sharia bindend is in het parlement.

Een ander voorbeeld betreft de al-Azhar Universiteit in Cairo. Sjeik Mohammed Tantawi van deze prominente islamitische universiteit beval een meisje van een middelbare school die de universiteit bezocht haar nikab af te doen (de sluier die heel het gezicht bedekt met slechts een uitsparing voor de ogen). Hij vertelde haar op boze toon dat de nikab „niets te maken heeft met de islam en slechts een gewoonte is.” De Egyptische minister van Religieuze Zaken voegde daaraan toe dat „de godsdienstige mannen het erover eens zijn dat het voor vrouwen niet ongepast is om hun gezicht te tonen.”

Zondebok

Opvallend zijn ook de opmerkingen van sjeik Mohammed al-Hussaini, docent islamitische studies aan Leo Beck Rabbinical College in Londen. Deze imam verwijt kerkelijke leiders in het Verenigd Koninkrijk dat ze te weinig protesteren tegen vervolging van christenen elders in de wereld. Moslims zijn hypergevoelig voor een slechte behandeling van moslims, maar zwijgen over de vervolging van christenen in hun midden.

Veel moslims zoeken eenvoudigweg een zondebok. Ze weten dat de kerken in het Westen niet veel meer zullen doen dan een beetje sputteren, zodat ze kunnen doorgaan om de schuld van alles te leggen bij samenzweringen van kruisvaarders en zionisten.

Waarschijnlijk het belangrijkste voorbeeld in dit verband is het vorig maand gepubliceerde rapport “Contextualising Islam in Britain”, dat is opgesteld door verschillende promimente Britse moslimgeleerden en religieuze leiders. Het rapport stelt dat voor moslims die als minderheid in een seculiere democratie leven toepassing van de sharia een zaak van geweten en overtuiging is in plaats van wettelijke dwang. Moslims zijn niet verplicht om de sharia volledig in te voeren tegen de wens van niet-islamitische medeburgers. De sharia is een systeem van moreel een geestelijk onderwijs en de doelen ervan hebben veel gemeenschappelijk met mensenrechtenverdragen.

Een islamitische shariastaat is ondemocratisch en kan leiden tot onderdrukking, aldus het rapport. Zo’n staat is ook niet noodzakelijk voor moslims. De seculiere democratie is legitiem, omdat deze publieke verantwoording en fundamentele vrijheden garandeert. De scheiding van kerk en staat en het beginsel van gelijke behandeling garanderen vrijheid en gelijkheid voor iedereen, zodat moslims hun godsdienst ongehinderd kunnen uitoefenen.

Afvalligheid

Volgens het rapport is het onderscheid tussen ware gelovigen en anderen alleen belangrijk voor de islamitische leer en eredienst, niet voor verhoudingen in de maatschappij of voor het nastreven van het algemeen nut voor de samenleving. Voor dat laatste is het belangrijk om vriendschappelijke relaties met niet-moslims te hebben en hen als gelijken te behandelen en zich te richten op gemeenschappelijke waarden.

De islam leert de gelijkheid van alle mensen ongeacht hun geslacht, verbiedt gedwongen huwelijken en huiselijk geweld, genitale verminkingen bij vrouwen en eerwraak, zo stellen de Britse moslimleiders. Moslims moeten ten strijde trekken tegen alle ongerechtigheid en onderdrukking door moslims.

Zonde in religieuze zin moet onderscheiden worden van overtredingen tegen door de staat opgelegde wetten, stelt het rapport. De islam heeft dus een afkeer van afvalligheid, maar verbiedt discriminatie van afvalligen. Op dezelfde manier verbiedt de Koran zowel homoseksuele praktijken als discriminatie van homo’s.

De sharia gebiedt de doodstraf voor afvalligen, maar in de vroege islam werd afvalligheid samengezien met verraad in oorlogstijd, en het was het verraad dat de doodstraf verdiende. Daarom kunnen mensen vandaag niet gedwongen worden tot een bepaalde godsdienstige overtuiging. Zeker deze laatste uitspraak is opvallend, omdat andere moslimleiders het niet aangedurfd hebben om vragen te stellen bij de klassieke afvalligheidswet.

Het lijkt er dus op dat nieuwe stemmen opkomen in de hoofdstroom van de islam. Ze accepteren de liberale reformistische benadering die prioriteit geeft aan de kernwaarden van de islam en die letterlijke, dwingende en politieke interpretaties van islamitische bronteksten terzijde schuift. Ze zijn bereid om traditionele islamitische concepten te negeren als deze in strijd zijn moderne humanistische waarden.

Hoopgevend

Frankrijk heeft het dragen van de islamitische hoofddoek (hijab) in het publieke domein verboden. En de hoogste grondwettelijke autoriteit van het land heeft de invoering van islamitisch financieren geblokkeerd met als reden dat een seculiere staat de sharia niet mag erkennen in zijn wetgeving.

In tegenstelling hiermee hebben de regeringen in de VS en het Verenigd Koninkrijk juist de zijde gekozen van de meer behoudende geledingen van hun moslimgemeenschappen. Blijkbaar denken ze moslims voor zich te winnen als ze toegeven aan hun eisen om de sharia te kunnen naleven. Tegelijk hebben deze regeringen de meer progressieve en liberale stemmen in de islamitische gemeenschap genegeerd, ervan uitgaande dat deze zwak en slechts marginaal zijn.

Eenzelfde trend is zichtbaar in oecumenisch georiënteerde christelijke kerken. De leiders daarvan gaan vooral in gesprek met islamitische traditionalisten en hardliners, terwijl ze reformistische stemmen die in de islam opkomen negeren.

Deze ontwikkelingen in de islam zijn hoopgevend en de moedige moslims die ze bevorderen verdienen steun. Westerse regeringen en christelijke kerken dienen de eisen van traditionele moslims en islamisten af te wijzen en nieuwe stemmen van redelijkheid en gematigdheid binnen de islam aan te moedigen.

De auteur is internationaal directeur van Barnabas Fund, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer