Economie

Zwakke dollar breekt bedrijfsleven op

De euro is de laatste maanden sterk in opmars. In 2002 al werd de munt 10 à 15 procent duurder ten opzichte van de dollar. Dat breekt behoorlijk op bij ondernemingen die actief zijn in de Verenigde Staten, zoals Ahold, ABN Amro en ING.

H. J. Haveman
20 February 2003 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 00:09

Sloot de euro het jaar 2001 nog af met een eindstand van 0,89 dollar, op 28 december vorig jaar moest voor de Europese eenheidsmunt 1,04 dollar worden neergeteld. Nadien tikte de euro zelfs een stand van 1,09 dollar aan. Momenteel lijkt de ruilverhouding zich te stabiliseren op 1,07 dollar.

Een sterkere euro heeft duidelijke nadelen voor de Nederlandse economie. Zo worden de producten van exportbedrijven in dollars gemeten duurder, wat zijn weerslag heeft op de afzet in de VS. Bovendien zijn concerns die aan de andere kant van de Atlantische Oceaan actief zijn in het nadeel. Zij moeten hun in dollars verkregen opbrengsten omrekenen naar de duurder geworden euro.

Ook bij Rademaker in Culemborg merkt financieel directeur C. van Zanten goed dat de euro de laatste maanden flink duurder is geworden. Het bedrijf is producent van volautomatische bakkerijmachines. Een belangrijk deel van de wereldwijde export gaat naar de VS.

„Wij merken duidelijk dat onze afnemers voorzichtig worden met investeringen in Europa. De omzet van Rademaker in de VS is vorig jaar met maar liefst 20 procent afgenomen”, zegt Van Zanten. „Maar daar moet ik wel bij aantekenen dat tegelijk met de zwakker wordende dollar er ook een economische crisis is. Dus wat ik precies toe moet schrijven aan de hogere dollarprijzen van onze bakkerijmachines en wat aan de malaise, is voor mij niet helder.”

Tot nu toe heeft het Gelderse bedrijf kans gezien de sterk teruggelopen orderstroom in de VS te compenseren met extra omzet elders in de wereld. Consequenties voor de 270 werknemers in Culemborg heeft de dalende Amerikaanse verkoop daarom nog niet gehad.

Mocht de euro nog verder stijgen -sommige analisten hebben het over 1,20 dollar-, dan voorziet Van Zanten dat hij behoorlijke discussies kan krijgen met Amerikaanse afnemers over zijn prijsstelling. „Dan kan er bij vergelijking met concurrenten in de VS een stevig verlies aan orders optreden. Dat is nu trouwens al enigszins zo.”

Ook directeur J. van Dam van de Nederlandse Export Combinatie verwacht bij een eurokoers van 1,20 dollar grote problemen voor de 5000 exportondernemingen die bij zijn organisatie zijn aangesloten. „De sterke euro heeft nu nog niet zo’n geweldig effect. Ik denk dat het omslagpunt bij 1,10 dollar ligt. Dan worden de voordelen van de goedkopere import -denk aan energie, grondstoffen en onderdelen- overvleugeld door de nadelen van de moeizamere uitvoer.”

Rademaker probeert de risico’s van de stijgende euro te ondervangen door contracten op de termijnmarkt te sluiten. Van Zanten: „Omdat wij in stukproductie fabriceren, zit er alles bij elkaar ongeveer acht maanden tussen een bestelling en het moment dat de geleverde machine staat te draaien bij de koper. Wij calculeren onze verkoopprijs in euro’s. Maar bij het tekenen van het contract wordt er een prijs in dollars afgesproken. Tegen het valutarisico dekken we ons in door op termijn dollars te verkopen voor een vooraf vastgestelde wisselkoers.”

Overigens moet het Nederlandse belang van de export naar de VS niet worden overdreven. Uit CBS-gegevens over 2002 blijkt dat de totale uitvoerwaarde in dat jaar 235 miljard euro bedroeg. Hiervan had 178 miljard euro betrekking op de export naar EU-landen en slechts 18 miljard euro op de export naar Amerika. In 2000 was dit nog 22,5 miljard euro.

Toch zijn er ook andere ondernemingen die behoorlijk last hebben van de zwakkere dollar. Tijdens de vele persconferenties van grote concerns die hun jaarcijfers over 2002 publiceren, wordt vaak de zinsnede gehoord dat het bedrijf „last had van valutaire tegenwind.” Zo incasseerde chemie- en farmaciebedrijf Akzo Nobel 3 tot 4 procent verlies bij de omrekening van de dollaromzet van Amerikaanse bedrijfsonderdelen naar euro’s.

Hoofdanalist L. Cornelissen van researchbureau Iris noemt met name ondernemingen als ING, Ahold, Reed-Elsevier, Buhrmann en Aegon als zeer dollargevoelig. „Vooral in de financiële dienstverlening en de consumentensector zijn er verschillende bedrijven met omvangrijke activiteiten in de VS.”

Volgens Cornelissen halen de AEX-fondsen 25 procent van hun omzet uit Amerika. Daarmee is de Amsterdamse effectenbeurs behoorlijk gevoelig voor de ruilverhouding tussen de euro en de dollar. „Er zijn bedrijven die proberen hun valutarisico’s zoveel mogelijk af te dekken door termijncontracten, maar dat lukt natuurlijk niet volledig.”

De huidige sterke euro heeft iets onverklaarbaars, vindt de analist. „In mijn visie is de Amerikaanse economie een stuk gezonder dan die van de eurolanden. Als het in Europa zo geweldig ging, zou je kunnen verwachten dat dat als een magneet kapitaal uit de hele wereld aantrekt. Nu hoor je allerlei vage verhalen ter verklaring. De enige duidelijke oorzaak is het huidige rentevoordeel: de kortetermijnrente is hier hoger dan in de VS en dat trekt kortlopend kapitaal aan.” Cornelissen verwacht dan ook dat de wisselkoers zich zal stabiliseren.

Volgens de analist van Iris heeft de agressieve renteverlaging van de Amerikaanse centrale bank ertoe geleid dat de dollar zwakker is geworden. Dit draagt bij aan een vermindering van het tekort op de betalingsbalans en aan een herstel van de economie van de VS.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer