Ziekenzalving „handeling vol betekenis”
’s-GRAVENZANDE – Ziekenzalving is geen manier om mensen te genezen, maar een oefening van de verborgen omgang met God in tijden van ziekte. Dat zei drs. M. A. T. van der Kooi-Dijkstra, geestelijk verzorger in het Hofpoort Ziekenhuis in Woerden, donderdagavond in een lezing over dit thema in de protestantse gemeente (i.w.) te ’s-Gravenzande.
Van der Kooi schreef samen met haar man (prof. dr. C. van der Kooi, hoogleraar westerse systematische theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam) een ”Handreiking voor de ziekenzalving” in de serie werkboekjes bij de eredienst van de Protestantse Kerk in Nederland.Van der Kooi: „Mijn echtgenoot en ik hebben geen missie om ziekenzalving te promoten, maar ik wil wel iets vertellen over mijn ervaring met ziekenzalving in mijn functie als geestelijk verzorger. We hebben veel ervaring opgedaan in de Charismatische Werkgemeenschap Nederland. Ik heb daar kennis gemaakt met ziekenzalving en zalf zelf ook zieke mensen. Ik wil ziekenzalving niet verheffen tot sacrament, maar noem het liever een vorm van betekenisvol handelen.”
Als inleiding op haar lezing leest Van der Kooi Jakobus 5. „Eigenlijk kun je niet voor of tegen ziekenzalving zijn, net zo min als je voor of tegen het Heilig Avondmaal kunt zijn. In de Bijbel wordt het als een gewoon onderdeel van het geestelijk leven genoemd. Het is niet iets van hobbyisten of nieuwlichters.”
Van der Kooi benadrukt dat de mens moet leren aanvaarden dat zijn lichaam in de loop van de jaren slijt. „Na eeuwen ziekenzorg is het nog steeds zo dat alle mensen sterven. We mogen er trots op zijn dat er in het kielzog van het Evangelie huizen van barmhartigheid zijn opgericht. Waarmee we tegen elkaar zeggen: we leggen ons niet neer bij ziekte. We staan daar tegen op, zoals Christus opstond als protest tegen de dood. Toch moeten we tegelijkertijd erkennen dat we vergankelijk zijn. Het christelijke huiswerk is dat we aanvaarden dat we broze mensen zijn en dat we vertrouwen dat, als wij vallen, er een God is Die ons opvangt.”
Het woord ”gebedsgenezing” gebruikt Van der Kooi liever niet. „Dat veronderstelt dat er een maniertje zou zijn waardoor ik mensen kan genezen door een bepaald ritueel goed uit te voeren. We zoeken niet naar een manier om God te dwingen mensen beter te maken. Ziekenzalving gaat over het oefenen van de verborgen omgang met God in tijden van ziekte.”
Van der Kooi: „We brengen onze zieken onder het beslag van God, niet om God ergens toe te verplichten, maar om het heilig gebod te vervullen. Ik ben blij dat ziekenzalving er is. Niet omdat het gebed onvoldoende zou zijn. Voor God zal het geen verschil maken. Maar Hij ziet ons als mensen van vlees en bloed. Hij gunt ons doopwater, niet omdat Hij het nodig heeft om dat water te zien, maar om ons bij te staan. Zo bedacht God ook zalf omdat het ons helpt. Calvijn noemt ze vervoermiddelen van Gods heil naar ons hart.”
Ziekenzalving is de laatste jaren een minder beladen thema geworden, denkt Van der Kooi.