Geen broodje kaas maar een kippenpoot als ontbijt
Geen weidse polders, maar stadse drukte. Stinkende uitlaatgassen in plaats van zilte zeelucht. Sanne Wisse (15) uit Meliskerke verruilde tijdelijk het Zeeuwse land voor het Oost-Europese Oekraïne.
Een week lang naar Oekraïne? Sanne twijfelde geen seconde. Met beide handen nam ze de uitnodiging van stichting Kom over en help aan om het project Winterhulp aan arme gezinnen te bezoeken.Samen met vriendin Elke de Ridder en dertien andere jongeren overbrugde Sanne eind vorige maand ruim 2000 kilometer naar de Oekraïense stad Shevchenkovo. Eenmaal geland moest de knop om. Elke vergelijking met hun eigen comfortabele omgeving ging mank, ontdekte Sanne. „Het water was ontzettend vies door de zwavel die erin zat. Het stonk zo enorm, dat ik soms moest kokhalzen. Ook de toiletten waren zeer primitief.”
Sanne genoot van het gastgezin waar ze met Elke verbleef. „Ook dat was eerst wennen. Een broodje kaas als ontbijt zat er niet in. Je kreeg warm, vet eten voorgeschoteld. Kippenpoten, bijvoorbeeld.” De Oekraïense familie is hartelijk en overbezorgd. „Elke en ik waren allebei verkouden. We werden volgestopt met pillen en drankjes en kregen sjaals en dikke sokken toegestopt. Ze gaven ons het beste van het beste. Dat was hartverwarmend én leerzaam.”
In Shevchenkovo zetten de vriendinnen hun beste beentje voor. De kerk krijgt een opknapbeurt en ze delen kleding en voedselpakketten uit. „Wat een armoede heerst er”, herinnert Sanne zich. „We bezochten een arme vrouw. Haar man was alcoholist. Ze vertelde dat ze liever arm wilde zijn mét God, dan rijk zónder God. Ze putte elke dag kracht uit Gods Woord. Haar sterke geloof raakte me. En de wetenschap dat God overal Dezelfde is.”
Speciale aandacht had Sanne voor de Oekraïense kinderen. „Het trof me hoe de kinderen zich vermaakten. Ze waren dolblij met de ballonnen die we uitdeelden. In Nederland zijn zo veel kinderen verwend met duur speelgoed. In Oekraïne speelden ze met hout en touw.”
Terug in Nederland moest Sanne weer wennen. „Iedereen ervaart welvaart hier als vanzelfsprekend. Ik besef nu veel meer dat er geld nodig is in Oekraïne en dat het werk van Kom over en help steun verdient.”