Franse president wil de rijen sluiten
Het moet een mooi beeld opleveren volgende week. De Duitse bondskanselier Angela Merkel samen met de Franse president Nicolas Sarkozy bij het graf van de onbekende soldaat, tijdens de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog. Eensgezind, net zoals voorganger François Mitterand dat deed in 1984 samen met Helmut Kohl.
De huidige Frans-Duitse harmonie staat in schril contrast met de situatie in Frankrijk. Halverwege zijn eerste mandaat kan de Franse president steeds minder mensen bekoren. Onlangs kelderde het vertrouwen in het leiderschap van Nicolas Sarkozy naar een nieuw dieptepunt. Een peiling wees uit dat hij nog maar van 38 procent van de Fransen het vertrouwen krijgt. Een regelrechte afstraffing voor het stormachtige begin van het nieuwe politieke seizoen, zo lijkt het.Het gehannes rond de benoeming van zijn 23-jarige zoon Jean als voorzitter van een overheidsheidsinstelling heeft daar zeker mee te maken. De nationale en internationale pers sprak schande van het geval van nepotisme, terwijl de president zijn kandidatuur verdedigde. Ook nam hij het op voor Frédéric Mitterand, zijn minister van Cultuur, toen deze door Marine Le Pen van het extreem rechtse Front National van pedofilie werd beschuldigd.
Een jaar geleden oogstte de president binnen Europa nog veel lof over zijn rol tijdens het voorzitterschap van de Europese Unie. Pendelend tussen Moskou en Tbilisi wist Sarkozy succesvol te bemiddelen in de oorlog tussen Rusland en Georgië. Hij slaagde erin de partijen over te halen de wapens neer te leggen.
Het succes op het Europese toneel kreeg alleen geen binnenlands vervolg. Daarvoor was Sarkozy’s verkiezingsbelofte te pijnlijk. Frankrijk moest immers hervormd worden. Sarkozy koos voor een liberale koers: minder overheid, minder ambtenaren, meer nadruk op marktregulering.
Universiteiten werden bijvoorbeeld verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen budget. De onderwijsinstellingen moesten efficiënter werken. Hij weigerde nog langer te betalen voor kostbaar onderzoek dat geen directe maatschappelijke relevantie heeft. Massale demonstraties waren het gevolg, collegezalen werden maandenlang geblokkeerd, maar Sarkozy en premier Fillon gaven geen krimp.
Intussen kreeg ook Frankrijk te maken met de gevolgen van de economische crisis. Meer dan 49.000 bedrijven gingen over de kop in het tweede trimester van 2008. De dagelijkse realiteit is inmiddels dat op dit moment bijna 10 procent van de Franse beroepsbevolking geen baan meer heeft.
Getuige zijn huidige populariteit kleeft er dus een prijskaartje aan het hervormen in crisistijd. Maar toch, als het erop aankomt zetten veel Fransen nog altijd hun kaarten op de president. De glansrijke overwinning van zijn partij, de UMP, bij de Europese verkiezingen in juni, spreekt wat dat betreft boekdelen.
Peilingsinstituut Ifop berekende dat als er nu verkiezingen zouden worden gehouden Sarkozy nog steeds 28 procent van de stemmen zou vergaren. De socialistische Martine Aubry zou blijven steken op 20 procent. De oppositie heeft nog een lange weg te gaan om een vuist te kunnen maken.
Overigens loopt de populariteit van Sarkozy ook terug onder zijn partijgenoten. Senaatslid en voormalig premier Jean-Pierre Raffarin is een van de tegensputterende figuren binnen de partij. Begin deze week probeerde hij samen met 23 andere senaatsleden de afschaffing van een lokale belasting voor bedrijven tegen te houden. Sarkozy wil met de maatregel het bedrijfsleven stimuleren, maar gemeenten vrezen dat zij door de afschaffing van de ”taxe professionelle” niet voldoende inkomsten krijgen. Het verzet van Raffarin kwam hem op een reprimande van de president te staan. Kritiek op het beleid voortaan binnenskamers graag. De boel bij elkaar houden daar gaat het Sarkozy nu om. Met het vooruitzicht van een groeiende economie in 2010, kan de president hopen op een beter rapportcijfer in het tweede deel van zijn eerste termijn.