Kamer onderzoekt toekomst jeugdzorg
De Tweede Kamer stelt een parlementaire werkgroep in die zich buigt over de toekomst van de jeugdzorg.
Coalitie- en de oppositiefracties bereikten daar woensdag overeenstemming over, zo bleek tijdens het afrondende debat over de begroting van het ministerie voor Jeugd en Gezin.De oppositiefracties, met uitzondering van de SGP, stelden aanvankelijk een parlementair onderzoek voor naar de manier waarop de afgelopen jaren het jeugdbeleid gestalte kreeg. De regeringsfracties CDA, PvdA en ChristenUnie voelden daar niets voor. Zij hebben geen behoefte om terug te kijken, maar willen de blik naar de toekomst richten. Bovendien zou gedurende de negen maanden dat het onderzoek plaats zou vinden, minister Rouvoet geen beleid kunnen ontwikkelen en uitvoeren.
Daarom stelde PvdA-Kamerlid Dijsselbloem het politiek minder zware instrument voor van een parlementaire werkgroep. De bedoeling is dat deze werkgroep, waarin in principe alle politieke richtingen meedoen, ideeën ontwikkelt voor het toekomstig jeugdbeleid.
Rouvoet komt volgend jaar ook met zijn visie op de toekomst voor de jeugdzorg. De Kamer kan dan met het eigen rapport en de visie van de bewindsman bepalen hoe de organisatie van de jeugdzorg er in de komende jaren uit moet zien. Zoals bekend is op dit moment de samenwerking tussen jeugdzorginstellingen niet optimaal en is er blijvend sprake van wachtlijsten. Alle fracties, met uitzondering van de PVV, gaan akkoord met de instelling van een werkgroep.
De minister zegde woensdag ChristenUnie-Kamerlid Voordewind toe dat hij gaat werken aan alcoholvrije scholen en alcolholvrije sportkantines tijdens jeugdwedstrijden.
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies sprak zijn ongenoegen uit over het feit dat in sommige gevallen eenverdieners tweemaal zo veel belasting betalen dan tweeverdieners. Rouvoet zei dat het kabinet ernaar streeft om zo evenwichtig mogelijk bezig te zijn. Van der Vlies ziet echter „een te scheve verhouding.”