Geen schadegeld voor bollenteler
Bollentelers in het teeltgebied rond Lisse en Hillegom krijgen geen extra schadevergoeding ter compensatie van een mislukte bollenoogst na de koude winter van 1997.
De Raad van State stelde woensdag dat de extra infiltratie van 5 miljoen kubieke meter water in de Amsterdamse Waterleidingduinen nauwelijks effect heeft gehad op de grondwaterstand.In het ergste geval kan er een effect zijn geweest van 2 of 3 centimeter, concludeerde de Raad naar aanleiding van een onderzoek. Die paar centimeter kunnen niet de oorzaak zijn geweest van de rottende bollen, aldus de Raad van State.
De uitspraak betekent een fikse domper voor ruim dertig bollentelers. Zij vroegen tevergeefs om een forse schadevergoeding van de provincie Zuid-Holland.
De bollentelers menen dat de grootste schade is ontstaan na een ingreep in de grondwaterstand in de duinen. Die ingreep is een gevolg van een grondwatervergunning die de provincie in 1995 aan het Amsterdamse duinwaterbedrijf verleende. Daardoor ging de grondwaterstand in de duinen omhoog.
De bollentelers zijn ervan overtuigd dat die verhoging van de grondwaterstand funest was voor de bloembollenoogst in 1997, omdat hun landerijen vlak achter de duinen liggen.
De Raad van State bepaalde al in 2004 dat de provincie onvoldoende onderzoek had gedaan naar de effecten van de grondwatermaatregel op percelen die op een afstand van maximaal 3,5 kilometer van de duinrand liggen.
Nadien liet de gemeente opnieuw onderzoek doen door prof. C. van den Akker. Die lichtte alle eerder ingediende schaderapporten en onderzoeken nog eens door en kwam tot de conclusie dat hooguit 10 procent van de geclaimde schade, zo’n 2,8 miljoen euro, te wijten kon zijn aan veranderingen in de grondwaterstand in de duinen.
De bollentelers vinden dat het onderzoek van Van den Akker schromelijk tekortschiet. De Raad stelt daarentegen dat het onderzoek representatief is.
Het gevolg van de uitspraak is dat de bollentelers genoegen zullen moeten nemen met de door de provincie uitgekeerde schadevergoeding van 278.000 euro. Volgens de provincie Zuid-Holland is de 10 procent schadevergoeding eerder een handreiking aan de bollentelers om het conflict te beëindigen dan een hard schadebedrag.
Volgens een woordvoerster van de provincie is het hoogstens mogelijk te stellen dat bij 10 procent van alle schade niet goed te achterhalen valt wat de oorzaak is. Die schade zou volgens haar dus ook het gevolg van de grondwaterstand kunnen zijn.
De provincie meent dat de schade aan de bollenoogst is ontstaan door de strenge winter van 1997.