Broeders, kom hogerop
De nationale synode is niet bedoeld om kerkelijke verschillen weg te poetsen, schrijft prof. dr. H. G. L. Peels. Ze is een poging om ondanks de protestantse verdeeldheid een christelijk getuigenis te geven in een ontkerstende samenleving.
Stel je voor dat, ondanks alle verschillen en verdeeldheid, de nazaten van de Reformatie in Nederland samenkomen. In een soort nationale synode, een protestants forum, met het doel een getuigenis van Christus te geven. Een boodschap voor Nederland, die ze samen aanbieden aan de koningin of de minister-president. Anno 2010, in deze diep geseculariseerde samenleving. Zou dat geen dag van grote vreugde zijn?Niet iedereen ziet dat direct zo zitten. Vooral de Credotekst (zie nationalesynode.nl), die een beweging in de kerken richting de nationale synode op gang wil brengen, trekt sterk de aandacht. Direct al bij de presentatie uitte een scherpzinnige vrijzinnige dame een kritisch geluid: veel te klassiek en weinig nieuws, product van een behoudende dogmatiek. Een oudere broeder (L. M. P. Scholten) met een geheel andere kerkelijke achtergrond is geschrokken, hij mist de uitverkiezing en vindt dat het stuk de algemene verzoeningsleer ademt. Weer een ander spreekt van „verdoezelen” van verschillen.
In sommige reacties proef je historisch bewustzijn en zorg om de ware leer, en dat is zeer te waarderen. Tegelijk getuigt dit soort reacties van een misverstand dat ik graag wil wegnemen.
Abc
De nu bepleite nationale synode is namelijk iets heel anders dan het soort synode waar bijvoorbeeld ds. Hendrik de Cock in het begin van de negentiende eeuw om vroeg. Zijn ideaal was een kerkelijke vergadering die zich op basis van Schrift en belijdenis inzet voor de heilige Evangeliedienst van de kerk. Dat is ook mijn ideaal. Alleen, daar gaat het nu bij het project deze nationale synode dus níét om.
Wat dan wel? Het gaat om een samenkomst van protestantse christenen, ieder uit de eigen kerkelijke traditie, om ons gezamenlijk met een boodschap te richten tot onze huidige samenleving. Dus geen fusieproces of goedkoop wegpoetsen van identiteitsverschillen. Mochten overigens hier en daar stenen in de kerkmuren wat losser komen te zitten, dan hoeven we daar denk ik niet om te treuren. Het aloude woord ”Quis non fleret” (wie zou niet wenen) slaat immers op de ontstellende verdééldheid van de kerken.
Als kerken zijn we een minderheid waarvan de stem nauwelijks wordt gehoord, en door onze interne verdeeldheid bovendien verstoord. Als het aankomt op spreken met een agnost, een islamiet, een Amsterdamse yup, uw hindoestaanse buurman – wat dan? Onze samenleving kent zo veel verwarring, moreel en geestelijk. Als je daarnaar kijkt, en daarop wilt antwoorden, val je terug op het abc van ons christelijk geloof. Niet als een leerstellig verhaal, maar als een levensbron om uit te putten. En dat is nu precies wat het Credo beoogt met de taal van het hart. Geen tekst om dogmatisch te fileren.
De uitverkiezing, vragen rond doop en verbond, de Schriftleer: allemaal zaken van groot gewicht, waarmee nooit lichtvaardig omgegaan mag worden. Zaken die thuishoren in een catechisatielokaal, op een synode, in een theologisch dispuut en bij interkerkelijke gesprekken. Maar het zijn geen zaken die je als kerken in een getuigenis in een geseculariseerde samenleving direct aandraagt.
Jonge generatie
Want daar spreek je samen met liefde en bewogenheid over God als Schepper, de redding door Jezus Christus, het vernieuwende werk door de Heilige Geest. Het Credo wil zo de stimulans zijn tot een actueel christelijk getuigenis. Niet een nieuw belijdenisgeschrift.
Het is veelzeggend dat de meest positieve reacties afkomstig zijn van de jongere generatie. Dat zijn bijvoorbeeld studenten, die op zondagmorgen door de verlaten straten van de universiteitssteden hun kerk(je) opzoeken. Dat zijn jongeren, die als christenen zo bitter vaak alleen staan in deze maatschappij, en steun bij elkaar zoeken, over de kerkmuren heen.
Dit is geen pleidooi voor een snelle oecumene van het hart die reële identiteitsverschillen verdoezelt. Dit is wel een pleidooi om samen de tijden te verstaan en door onze interne protestantse verdeeldheid het getuigenis van onze Heere Jezus Christus niet langer zozeer te schaden.
Hierbij hebben we elkaar als kerken en christenen nodig. Ik sluit aan bij ds. Van Eckeveld (RD van 15 oktober): „De nood van de verdeelde kerk en de ontkerstende samenleving, die de achtergrond is van het geheel, kan ik goed meevoelen.” Dit zijn woorden die om daden vragen. Laat het niet te benauwd zijn in ons binnenste. Broeders die nu nog aarzelen: kom hogerop!
De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en lid van de Stuurgroep Nationale Synode/Protestants Forum.