Politiek

Veel werknemers nog met 65 jaar met pensioen

DEN HAAG (ANP) – Het kabinet wil de AOW–leeftijd verhogen van 65 naar 67 jaar. Maar voorlopig kunnen nog veel werknemers op hun 65e of zelfs eerder stoppen met werken. Zo is de eerste ingreep in de AOW vanaf 2020 gepland. Ook wil het kabinet mensen ontzien die vroeg begonnen zijn met werken en zware beroepen hebben.

4 November 2009 15:12Gewijzigd op 14 November 2020 09:04

Bovendien gaan werknemers nu gemiddeld op hun 62e met pensioen, ondanks een AOW–leeftijd van 65 jaar. De meesten bouwen namelijk aanvullend pensioen op en dat kunnen ze straks ook nog inzetten voor vroegpensioen.Een overzicht van het kabinetsplan dat de Tweede Kamer donderdag bespreekt.

AOW

– De AOW–leeftijd gaat in 2020 van 65 naar 66 jaar. In 2025 vervolgens naar 67 jaar.

– Mensen die al veel jaren hebben gewerkt, worden ontzien. Sinds 2005 is er een goede registratie van de dienstjaren. Vanaf dan worden de gewerkte jaren geteld. Mensen die in 2020 hun 65e verjaardag vieren en de laatste vijftien jaar ten minste drie dagen per week hebben gewerkt, kunnen toch direct AOW krijgen. In 2021 moet er minstens zestien jaar achtereen zijn gewerkt, in 2022 zeventien jaar, etc. Uiteindelijk geldt dat iemand in 2047 ten minste 42 jaar gewerkt moet hebben om op zijn 65e AOW te krijgen.

– Eerder pensioen betekent wel een lagere AOW. Mensen die in 2020 op hun 65e stoppen, krijgen een korting van 8 procent op hun uitkering. De korting wordt bij lagere inkomens deels gecompenseerd door een fiscale tegemoetkoming. De grens tussen hoge en lage inkomens ligt voor een alleenstaande op anderhalf keer minimumloon.

Aanvullende pensioenen

– De besturen van de pensioenfondsen, waarin werkgevers en vakbonden zitten, bepalen zelf of de uittreedleeftijd 65 blijft of dat het 67 wordt.

– Wel is het kabinet van plan om het belastingvriendelijke regime dat geldt voor het sparen van aanvullend pensioen, aan te passen aan de hogere AOW–leeftijd. Zo hoopt het kabinet de fondsen te stimuleren om zich aan te passen.

– Daarbij blijft het mogelijk voor werknemers om een deel van hun aanvullend pensioen naar voren te halen, zodat ze eerder kunnen stoppen met werken. Mensen mogen tot 100 procent van het laatstverdiende salaris onder het fiscaal gunstige regime pensioen opbouwen. Werknemers kunnen het bedrag dat boven de 70 procent van het loon uitkomt, gebruiken om eerder te stoppen met werken.

– Verder kunnen in de private pensioenregelingen bestaande rechten die mensen al hebben opgebouwd om vanaf 65 jaar van de oude dag te genieten, niet worden afgenomen. Werknemers kunnen ervoor kiezen dit te gebruiken voor ’vroegpensioen’.

Zwaar werk

– Werkgevers moeten investeren in betere arbeidsomstandigheden en nieuwe technieken om zwaar werk lichter te maken. Of ze moeten hun personeel na maximaal dertig jaar zwaar werk helpen aan een andere, lichtere baan. Verzuimt een werkgever, dan moet hij het financieel mogelijk maken voor de werknemer om toch vanaf 65 jaar met pensioen te gaan. Wat zwaar werk is, moeten werkgevers met vakbonden vaststellen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer