Nawijn: kampioen der spoeddebatten
Hoewel hij een jaar geleden nog niet kon bevroeden dat hij ooit zou toetreden tot het kabinet, staat minister Nawijn inmiddels bekend als overlever in de landelijke politiek. Dinsdag buitelde de Tweede Kamer alweer, voor de derde maal, in een spoeddebat over hem heen.
Toen Hilbrand Nawijn in 1996 de deur van het ministerie van Justitie achter zich dichttrok, beving hem een gevoel van bevrijding. Zijn laatste jaren als topambtenaar waren „weinig inspirerend” geweest, de „drukte en stress” van het leiden van de Immigratie- en Naturalisatiedienst was hij beu. Een rustig bestaan in zijn woonplaats Zoetermeer lokte.
Tot vorig jaar juni ging het goed. Een mooie villa in een nieuwbouwwijk, een eigen advocatenkantoor op fietsafstand, zaterdags als voorzitter naar de voetbalclub en op doordeweekse avonden naar het gemeentehuis als raadslid voor het CDA. Geen hoofdbrekens over wie Nawijn op 15 mei moest stemmen: CDA-leider Balkenende natuurlijk.
Toen, plotseling, was daar het telefoontje dat alles veranderde: „Met Mat.” De LPF-voorman had via de Amsterdamse strafpleiter Spong goede geruchten vernomen over Nawijns prestaties in ambtenarij en advocatuur. Hij zocht nog iemand voor de post Immigratie en Integratie, zo ontstak hij het lichtontvlambare eergevoel van de asielspecialist.
In een mum van tijd ontwikkelde Nawijn zich tot sympathisant van het fortuynisme, en zo vond hij zichzelf terug op de trappen van paleis Huis ten Bosch, naast de koningin. Als minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Vol goede voornemens om het asielbeleid strenger te maken, de instroom in te dammen en de integratie van nieuwkomers te verbeteren. Aan hem de eer om grote LPF-beloften waar te maken.
Zevenentachtig missionaire en vele demissionaire dagen later staat Nawijn echter te boek als meest omstreden minister. Weliswaar pas sinds zijn partijgenoten Bomhoff en Heinsbroek ten onder gingen in hun koningsdrama, maar toch. Bij herhaling fungeerde Nawijn als mikpunt van kritiek voor de gehele Tweede Kamer.
Eerst waren er de proefballonnen die hij opliet - bijvoorbeeld over het ontnemen van het Nederlanderschap aan criminelen met een dubbele nationaliteit. Vervolgens de uitlating -als mens- over de doodstraf, die hij zich in bepaalde gevallen zo goed kon voorstellen. Toen weer die stelling dat de Kamer „één groot ritueel” zou zijn.
In een spoeddebat Nawijn & doodstraf noemde de Kamer het optreden van de bewindsman onverantwoord. In een spoeddebat Nawijn & democratie zag hij zelfs een motie van wantrouwen tegen zich ingediend. Zo beschouwd kwam hij er gisteren, in het spoeddebat Nawijn & asielpardon, nog gemakkelijk vanaf. Wellicht, suggereren ingewijden, is de Kamer hem zo moe dat ze het niet eens meer probeert.
Misschien speelt echter ook een rol dat Nawijn technisch gesproken geen slechte minister is. Zijn eigen LPF is de eerste om te benadrukken dat hij vrijwel alle maatregelen uit het regeerakkoord op zijn beleidsterrein al heeft ingevoerd. De resultaten zijn er ook naar. Dat de instroom van asielzoekers drastisch terugloopt, ligt niet alleen aan de paarse vreemdelingenwet, maar ook aan Nawijns strikte handhaving.
Om die reden ziet Nawijn sinds enkele weken ruimte om ook zijn sociale gezicht te laten zien. Geheel volgens het kabinetsmotto: eerst het zure, dan het zoet. Nu het paard van de gestrengheid in stevige draf op koers is, kan de ruiter de teugels iets laten vieren. En dus is het tijd voor de schrijnende gevallen.
De manier waarop Nawijn die zaak ter hand nam, is echter exemplarisch voor zijn omstreden ministerschap. Eerst liet hij zich voor een tv-camera ontvallen dat hij uitgebreid gebruik wenste te maken van zijn discretionaire bevoegdheid om in voorkomende gevallen anders te beslissen dan de rechter. Vervolgens moest hij bakzeil halen, omdat hij geen steun kreeg in het kabinet.
Zonder zich te vergewissen van politieke steun bood Nawijn dus valse hoop aan een grote groep asielzoekers. Temeer daar hij erop wees dat wel 5000 tot 7000 personen al langer dan vijf jaar wachten op het definitieve antwoord op hun asielverzoek, dan wel uitgeprocedeerd maar niet verwijderbaar zijn. Al die mensen hebben zich een week lang vastgeklampt aan Nawijns proefballon, zoals D66-kamerlid Van der Laan het dinsdag uitdrukte.
Woensdagavond veroorzaakt Nawijn mogelijk een nieuwe rel. Hij moet dan -omdat hij inmiddels ook kamerlid is- stemmen over een motie, ingediend door zijn eigen partij, om zo’n 2300 asielzoekers die al langer dan vijf jaar wachten alsnog te legaliseren, mits ze van onbesproken gedrag zijn en Nederlands spreken. Als mens is Nawijn daarvoor, maar als minister moest hij de motie dinsdag ontraden.