CDA-staatssecretaris De Vries waakt voor gemakzucht
CDA-staatssecretaris De Vries waarschuwt zijn partijgenoten voor gemakzucht. „Regeren is geen vanzelfsprekendheid. Het kan zo weer voorbij zijn.”
Nee, staatssecretaris De Vries van Defensie is niet bang voor een herhaling van het echec van 1994. De christendemocraten verloren vijftien jaar geleden in één klap twintig zetels.Wel waarschuwt hij voor gemakzucht. „Het is geen vanzelfsprekendheid dat het CDA regeert. Regeringsdeelname moet je iedere dag weer verdienen. „We rule this country?” Laat dat nooit meer gezegd worden.
Hoe langer je regeert, hoe meer de coalitie en het CDA in de beeldvorming samenvallen. Dat was een van de lessen die we hebben getrokken na de kabinetten-Lubbers, in 1994. We waren vergeten te investeren in onze ideologie.
De uitdaging waar we nu, na zeven regeringsjaren, opnieuw voor staan, is: hoe slaag je erin om enerzijds een kabinetscompromis te verdedigen, en aan de andere kant voldoende smoel als christendemocratische partij te houden.”
In de peilingen staat uw partij op zo’n tien tot vijftien zetels verlies. Wat gaat er mis?
„Ik heb in mijn jaren als woordvoerder van De Hoop Scheffer en premier Balkenende vaker hele beroerde peilingen meegemaakt. En gelukkig heb ik regelmatig gezien dat het bij verkiezingen heel anders uitpakt.
We hebben nu natuurlijk te maken met een economische crisis. Elke regeringspartij zou het in zo’n tijd lastig hebben. Voor verhalen over bezuinigingen en hogere pensioenleeftijden krijg je niet de populariteitsprijs.”
Het CDA promoot zichzelf in onzekere tijden graag als een stabiele, betrouwbare bestuurderspartij. Kan het die rol nog waarmaken?
„In 1998 werd gezegd: „Het CDA verdwijnt sowieso als politieke stroming. Het wordt socialisme of liberalisme, en de christendemocratie heeft geen bestaansrecht meer.” Ik vind het opvallend en heel bijzonder dat wij na zeven regeringsjaren in de peilingen nog regelmatig als grootste partij naar voren komen.”
CDA-senator Hillen verwijt de christendemocratische bewindslieden te veel per incident en per minister te reageren. Hij mist een samenhangend, christendemocratisch geluid.
„Die klacht moet hij aan de Kamerfractie adresseren. Als minister of staatssecretaris zit je er primair om het verhaal van de coalitie uit te dragen. Wij zijn, zoals dat zo mooi heet, dienaar van de kroon. De fractie vertolkt het christendemocratische geluid prima.”
CDA-lid Terpstra vindt dat de partij meer afstand moet nemen van Wilders en zich duidelijker moet onderscheiden in het integratiedebat.
„Dat ben ik niet met hem eens. Het gaat niet om de vraag of je voor of tegen iemand of een partij bent. Je kunt best het debat over integratie aangaan. Maar wel op basis van een inhoudelijk voorstel, zoals een hoofddoekentaks – een plan waar ik het niet mee eens ben.
Een partij uitsluiten van regeringsdeelname? Dat zou niet passen in een parlementaire democratie. Eigenlijk zeg je dan tegen de kiezers: „Wat jullie ook beslissen, hoe jullie ook stemmen: wij weten het beter.” Zo willen wij geen CDA zijn.
Wij zoeken ons profiel in de economische situatie van het land. Dat is op dit moment een belangrijker thema dan integratie.”
Op welke punten zou het CDA zich beter kunnen manifesteren?
„CDA-fractieleider Van Geel zei onlangs terecht dat we lastige maatregelen niet onnodig moeten uitstellen of uit de weg moeten gaan. Als christendemocraten moeten we niet enkel kiezen voor draagvlak, maar ook voor draagkracht.”