Oostblok mag van Brussel nog even goedkoop roken
De landen uit Oost–Europa hebben een belangrijke overwinning geboekt in hun onderhandelingen voor het lidmaatschap van de Europese Unie.
Ze hoeven de eerste paar jaar van het lidmaatschap nog niet de sigaretten duurder te maken. De Europese Commissie heeft gisteren besloten sommige kandidaat–lidstaten respijt te geven. Landen uit het voormalige Oostblok mogen de accijnsverhogingen van sigaretten twee tot drie jaar uitstellen.
De kandidaat–landen moeten een flink pakket regels in eigen wetgeving omzetten voordat ze lid kunnen worden. Uitzonderingen op de vaak gedetailleerde regels zijn zelden toegestaan. Zeker bij sigaretten is de Commissie bang voor smokkel.
Maar ambassadeurs uit de toekomstige EU–landen hebben de Commissie ervan weten te overtuigen dat de bevolking zich massaal tegen het EU–lidmaatschap zal keren wanneer het roken duurder wordt. In Polen worden sigaretten 29 procent duurder bij toepassing van de EU–regels, in Slowakije gaat een pakje zelfs meer dan twee keer zo veel kosten.
En dan zijn er nog nieuwe regels in de maak. Als de Commissie haar zin krijgt, wordt Europa–wijd vastgelegd dat over een pakje van twintig sigaretten minimaal ƒ 3,08 aan accijns wordt geheven.