Wit-Russische strijd om erkenning
De Wit-Russische Christelijke Democratische Partij organiseert morgen opnieuw een oprichtingscongres. Een eerder verzoek om erkenning door de overheid werd door het hooggerechtshof in Minsk van de hand gewezen.
De Wit-Russische Christelijke Democratische Partij (BCD) is als partij actief sinds 2005. De interconfessionele beweging heeft als doelstelling „een morele, geestelijke, nationale, politieke en economische wedergeboorte van de Wit-Russische natie.” Om dat te bereiken wil de partij de Wit-Russische samenleving hervormen volgens Bijbelse principes.Erkenning van een politieke partij is in Wit-Rusland geen sinecure. De regering onder aanvoering van de omstreden president Alexander Loekasjenko is beducht voor politieke concurrentie. Op allerlei manieren probeert het bewind de vorming van nieuwe politieke partijen tegen te werken.
Een oprichtingscongres is in de Oost-Europese republiek een eerste stap die nodig is om door de overheid erkend te worden. Afgelopen voorjaar krijgt de BCD, als eerste partij sinds tien jaar, toestemming om een dergelijk congres te organiseren.
Intimidatie
Ruim 700 leden en afgevaardigden uit verschillende landen komen op 28 februari bij elkaar in een zaal van de tractorenfabriek in de hoofdstad Minsk. Het evenement zelf verloopt zonder grote incidenten. Toch zitten de autoriteiten niet stil. Voor het congres wordt een bus met partijleden urenlang tegengehouden op verdenking van drugssmokkel. Verder houdt de veiligheiddienst KGB de congresgangers nauwlettend in de gaten.
Na het congres beginnen de autoriteiten met een intimidatiecampagne tegen de initiatiefnemers van de BCD. De oprichters worden gearresteerd of bedreigd met ontslag, gedwongen militaire dienst of uitsluiting van studie.
Ondanks de intimidatie slagen de initiatiefnemers erin voldoende handtekeningen te verzamelen voor de registratie van de partij. Op 12 maart dient de BCD een officieel registratieverzoek in. Het ministerie van Justitie weigert het verzoek echter. De reden: een aantal ondertekenaars kan niet het juiste aantal gedelegeerde personen noemen.
Onder druk van de Nederlandse regering en de Europese Unie wordt het besluit uitgesteld. Dat helpt echter niet: op 12 mei weigert de regering de BCD alsnog te registeren. Een maand later bevestigt het hooggerechtshof het besluit van het ministerie van Justitie.
De leiders van de BCD besluiten desondanks om de activiteiten van de partij door te zetten. Op een ledenvergadering in juli wordt besloten om op 31 oktober (Hervormingsdag) opnieuw een oprichtingscongres te organiseren.
Hoe de oprichtingsvergadering morgen zal verlopen is onzeker, stelt de in Roemenië woonachtige Nederlander Leo van Doesburg. Van Doesburg, medewerker Oost-Europa van het European Christian Political Movement (ECPM), is nauw betrokken bij de oprichting van de BCD.
Ook nu ervaart de partij de nodige tegenstand van de regering. „Eerst weigerde men ons een zaal ter beschikking te stellen. Pas deze week kregen we te horen dat we het congres opnieuw mogen beleggen in een zaal van de tractorenfabriek in Minsk. Merkwaardig, want een eerder verzoek werd geweigerd omdat er voor morgen al een festival gepland is op die locatie.”
Mocht de partij uiteindelijk niet gebruik kunnen maken van de locatie, dan zal het congres, onder het motto „Waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid”, worden gehouden op het Kastrychnitskayaplein in de hoofdstad Minsk, zegt Van Doesburg. De Nederlander houdt zelf ook een toespraak tijdens het oprichtingscongres.
Vuist
Wit-Rusland, „de laatste dictatuur van Europa”, wordt al jarenlang met ijzeren vuist geregeerd door president Alexander Loekasjenko. In 2004 stelt hij via een referendum zijn toekomst zeker door het mogelijk te maken dat een president niet gebonden is aan maximaal twee regeringstermijnen.
In 2006 wordt Loekasjenko opnieuw gekozen. Demonstraties tegen het regime en de oneerlijk verlopen verkiezingen worden door de politie keihard uit elkaar geslagen. De regering neemt verder onderdrukkende maatregelen tegen de oppositiepartijen en andere kritische organisaties.
Ook de godsdienstvrijheid is in Wit-Rusland ernstig beperkt. Christenen die bij elkaar komen voor Bijbelstudie of gebed riskeren een boete. Verder worden er regelmatig predikanten of priesters het Oost-Europese land uitgezet.