Maatschappelijke stage voor scholier nog lang niet geregeld
Er zitten nog veel haken en ogen aan de maatschappelijke stage, die vanaf het schooljaar 2011-2012 verplicht is voor alle middelbare scholieren.
Zo dreigt er een enorm tekort aan stageplaatsen te ontstaan, terwijl veel vrijwilligersorganisaties geen kans zien om stages in de door de meeste scholen gewenste vaste periode in het jaar te organiseren.Dat zegt Els Berman, bestuurssecretaris van de vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV). Berman voorspelt dat er rond 2015 zo’n 500.000 stageplekken per schooljaar nodig zijn.
Berman: „Er zijn 195.000 middelbare scholieren. De meeste scholen willen de maatschappelijke stage uitsmeren over meerdere leerjaren. Als eenmaal alle scholieren verplicht zijn zo’n stage te lopen en de meesten dat verspreid over meerdere klassen doen, is de rekensom eenvoudig.”
Vmbo-scholieren moeten vanaf 2011 48 uur besteden aan hun maatschappelijke stage, havo-leerlingen 60 uur en vwo’ers 72 uur. Scholen smeren die uren het liefst uit over meerdere leerjaren, zo blijkt ook uit de proefprojecten.
Scholen willen graag alle stages tegelijk laten doen in een vaste periode in het jaar. „Allemaal tegelijk en dan liefst onder schooltijd, dat kan in de meeste gevallen echt niet. Daarvoor zijn de meeste vrijwilligersorganisaties gewoon zelf te klein of juist onder schooltijd niet actief. Daar moeten scholen flexibeler in zijn”, meent de bestuurssecretaris.
Landelijke vrijwilligersorganisaties zoals het Rode Kruis, de Zonnebloem, Scouting Nederland en Youth for Christ hebben inmiddels intentieverklaringen met het ministerie van Onderwijs ondertekend, waarin ze duizenden stageplekken toezeggen. Berman: „Daar gaan ze hun best voor doen, maar op lokaal niveau moet dat nog wel van de grond gaan komen.”
Het ministerie van Onderwijs noemt de vrees van de NOV ongegrond. Volgens het ministerie blijkt uit twintig proefprojecten in het hele land dat scholen hun leerlingen op een groepsstage laten gaan, of een stageplaats door achtereenvolgende kinderen laten opvullen. Bovendien heeft tot nu toe 40 procent van alle scholieren die al op maatschappelijke stage gaan, zelf een plekje gevonden. „De berekening van NOV is dan ook volstrekt onjuist”, aldus een woordvoerster van het ministerie.
Het ministerie wijst er verder op dat steeds meer organisaties zich spontaan melden met stageplekken. „Ook organisaties zoals de politie, de ANWB en culturele instellingen zien graag studenten een stageplek opvullen.”
In januari 2008 besloten coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie in samenspraak met staatssecretaris van Bijsterveldt de maatschappelijke stage in te voeren. De meeste oppositiepartijen, uitgezonderd de SGP, waren kritisch. VVD, GroenLinks en D66 vinden dat scholen de uren en het geld voor de maatschappelijke stage beter kunnen gebruiken om verbetering van het onderwijsniveau te realiseren. De SP maakte zich destijds juist sterk voor een langere stage.