Opinie

Zorg voor lichaam beter gewaarborgd dan zorg voor ziel

Onze gezondheid is een groot goed. Het is dan ook terecht dat aan de werkers in de gezondheidszorg hoge eisen worden gesteld.

Prof. dr. P. J. Slootweg
30 October 2009 10:42Gewijzigd op 14 November 2020 09:01

Een van de manieren waarop deze kwaliteitsbewaking vorm krijgt, is de regelmatige toetsing van iedere arts. Om de vijf jaar moeten we niet alleen laten zien dat we in de achterliggende periode voldoende tijd aan ons vak hebben besteed, maar ook dat we door het volgen van na- en bijscholing op de hoogte zijn gebleven van nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied.Ondanks deze strakke bewaking van de kwaliteit gaat het toch helaas regelmatig mis. Van tijd tot tijd maakt de pers melding van ziekenhuizen die in opspraak zijn gekomen door slecht functionerende specialisten. Een neuroloog en een chirurg in een tweetal ziekenhuizen in het oosten van ons land zijn hiervan de meest recente voorbeelden.

Blijkbaar biedt het huidige systeem van toetsing toch nog ruimte waardoor dit soort misstanden kan ontstaan. Vandaar dat er wordt gezocht naar aanvullende mogelijkheden om het niet goed functioneren van een medisch specialist tijdig te onderkennen.

Evaluatiegesprek

Een van de hiervoor ontwikkelde instrumenten is het zogenaamde evaluatiegesprek. Om dit gesprek succesvol te laten zijn, moet een arts bereid zijn feedback te accepteren en zo nodig op basis daarvan zijn of haar handelen te verbeteren. Het zal duidelijk zijn dat bij ontbreken van enig vermogen tot zelfreflectie en incasseren van kritiek op eigen functioneren het nut van dit evaluatiegesprek verdampt. Eén belangrijk nevendoel van dit evaluatiegesprek is dan ook het toetsen of de specialist wel bereid is zich onder de loep te laten nemen. Mocht dit niet zo zijn, dan is dit het eerste verbeterpunt dat aandacht verdient.

Hoe belangrijk het is om je toetsbaar op te stellen, blijkt wel uit het feit dat het bij het merendeel van de brokken makende specialisten hieraan ontbrak. Het is dan ook terecht dat er tegenwoordig in de studie geneeskunde en in de opleiding tot medisch specialist veel aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van reflectie op eigen handelen en het omgaan met feedback van derden. Een professionele verlener van medische zorg kan niet zonder deze eigenschappen, op straffe van ongelukken.

Verzet

Nu is het natuurlijk niet zo dat deze toetsing zonder slag of stoot van de grond is gekomen. Heel wat specialisten hebben zich in het verleden hiertegen verzet, met als argument dat alleen zijzelf een oordeel konden vellen over hun eigen functioneren. Niemand had zich te mengen in hun persoonlijke relatie met de zich aan hun zorg toevertrouwende patiënten. Die relatie was zo subtiel dat een onafhankelijke derde zich hierover nooit een goed oordeel zou kunnen vormen.

Eed

Bovendien hadden zij de eed of belofte afgelegd dat ze de geneeskunst naar eer en geweten zouden uitoefenen. Zij hadden dus alleen verantwoording af te leggen aan hun eigen geweten of, in geval van de eed, aan Degene op Wie zij zich in deze eed beriepen. De hoge stand van het ambt van arts zou zich niet verdragen met een kritische beoordeling door anderen.

Gelukkig kent deze opvatting tegenwoordig nog maar weinig aanhangers. We zijn het er wel over eens dat een kritische instelling jegens onszelf en anderen de kwaliteit van de medische zorg voor het lichaam ten goede komt.

Predikant

Maar hoe zit het nu met de kwaliteit van de zorg voor de ziel? Dominees, artsen en notarissen waren voorheen de aan kritiek ontheven notabelen van het dorp. Jan Greshoff dichtte niet voor niets: „De dominee, de dokter, de notaris, drievuldig beeld van al wat wijs en waar is. Op aarde valt voor hen niets meer te leren… zij zijn volkomen gaaf en afgerond.” Hoe het de dokters in dit opzicht is vergaan, is inmiddels duidelijk. Ook de notarissen zijn van hun voetstuk gevallen.

Maar hoe gaat het met het derde ambt? Als ik in de pers de discussies naar aanleiding van het rapport-Veerman over de toekomst van het ambt van predikant volg, heb ik soms het idee dat ik alleen maar het woord predikant hoef te vervangen door arts om de polemiek zoals in het verleden in medische kringen gevoerd, te laten herleven. Geladen woorden als uitholling en afkalving van het ambt werden ook destijds gebezigd. Dat een predikant verantwoording schuldig is aan zijn Zender spreekt voor zich, maar naar mijn idee ontslaat je dat niet van de plicht met hulp van anderen na te denken over de vraag hoe je deze verantwoordelijkheid in de praktijk vorm moet geven.

Sterke benen

Het zijn sterke benen die de weelde van een volstrekt geïsoleerde en niet-gecontroleerde ambtsuitoefening kunnen dragen.

Invoering van verplichte na- en bijscholing en gestructureerde feedback lijken mij dan ook onmisbaar voor hen die de zorg voor onze ziel hebben. Dat is net zo onmisbaar als voor ons, die zorg dragen voor het lichaam.

De auteur is hoogleraar klinische pathologie aan het UMC St Radboud te Nijmegen.
Reageren aan
scribent?goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer