Verhalenkaravaan NBG bezoekt basisschool Zwolle”Reis mee, Vier mee, Lees mee”, staat er met grote witte letters op een poster die op de rode dubbeldekker is geplakt. Onder in de bus, die voor de school staat geparkeerd, is er alles aan gedaan om mensen op een aantrekkelijke manier kennis te laten maken met de Bijbel. In een zithoek met fleurige groene en rode kussens kunnen bezoekers meedoen met een luisterquiz, Bijbels memory spelen of een Bijbelverhaal lezen.

De leerlingen van groep 6 van de protestants-christelijke school De Wendakker hebben weinig oog voor de benedenverdieping en stommelen meteen de trap op naar boven. Als alle plaatsen bezet zijn, kiest verhalenverteller André Troost een leerling uit die voor koning Darius mag spelen. Joost is de gelukkige. Hij krijgt een mantel om en een kroon op zijn hoofd. „Je hebt vast te veel hersens”, grapt Troost als blijkt dat de kroon niet past.

Koning Darius had veel hobby’s, zoals het houden van kippen, geiten en leeuwen, vertelt Troost. Als iemand iets verkeerd deed en bijvoorbeeld spiekte, werd diegene in de leeuwen­kuil gegooid. „Dan zat ik vandaag in de kuil”, roept een jongen.

Een van de ministers van Darius heette Daniël, een verstandige Jood die niet zonder God kon. Hij bad drie keer per dag. De andere ministers waren jaloers op hem en verzonnen een plan om hem uit de weg te ruimen. Maar eerst overlegden ze met de leeuwen. Troost pakt een mobiel en doet alsof hij belt naar leerling Patrick, die zich als leeuw heeft vermomd.

Grotemensenbijbel

Na het telefoongesprek verzonnen ze een sluw plan. Ze maakten een wet waarin stond dat niemand mag bidden tot God; alleen tot koning Darius. Daniël vond God belangrijker dan de koning en bleef bidden.

Voor straf werd hij in de leeuwenkuil gegooid. Leeuw Patrick krijgt een slab voor. Met water spuit Troost wat kwijl rond zijn mond. „Heb je zin in een lekker hapje?” „Ja”, brult de leeuw.

Koning Darius, die spijt heeft gekregen van zijn besluit, ging de volgende dag in de leeuwenkuil kijken. Tot zijn verbazing vond hij Daniël ongedeerd. De Heere had de muilen van de leeuwen dichtgestopt. „Weet je wat nou het grootste wonder is?” vraagt Troost. „Dat Daniël toch ging bidden, ondanks die wet”, antwoordt een meisje. „Juist, dat is misschien nog wel bijzonderder dan dat de leeuwen hem niet opaten.”

„Grappig en leuk”, vond Naomi Scholten (10) het verhaal over Daniël. „Vooral die toneelstukjes met de leeuw en de koning.” Thuis leest ze nooit in de Bijbel. „Vroeger las mijn opa me wel eens voor uit een grotemensenbijbel. Dan legde hij de moeilijke woorden uit. Maar hij is een paar jaar geleden overleden.”

Volgens Tobian van der Aa (9) was de boodschap van de vertelling „dat je moet blijven bidden.” Zelf bidt hij nooit. „Dat zijn we thuis niet gewend, maar mijn oma doet het nog wel.” Bijbelverhalen vindt hij „wel goed. Je kunt er ook nu nog dingen van leren, zoals dat je eerlijk moet zijn.”

Met de komst van de Verhalenkaravaan wil directeur A. Renting de protestants-christelijke identiteit van De Wendakker benadrukken. Slechts de helft van de leerlingen van zijn school komt uit een christelijk milieu en is opgegroeid met de Bijbel.

„Het is belangrijk dat kinderen Bijbelverhalen horen. Het Woord van God houdt hun geweten een spiegel voor, bijvoorbeeld in het omgaan met anderen. Als een kind zijn medeleerling ziet als medeschepsel van God gaat hij anders met hem of haar om.”

Actuele lessen

De Bijbel is echter meer dan een pedagogisch boek, stelt Renting. „God laat erin zien wie Hij is en wat Hij voor mensen wil betekenen. Daartegenover staat dat wij er ook voor God moeten zijn.”

Saskia de Jonge, regiocoördinator bij het Nederlands Bijbel­genootschap, hoopt dat de actie eraan bijdraagt dat leerlingen de Bijbel meer gaan lezen. „Het is een eeuwenoud Boek dat nog steeds actuele lessen bevat. Neem het verhaal van Maria en Martha dat woensdag in de openbare bibliotheek van Rijssen werd verteld. Ook nu nog zijn veel mensen vaak te druk om na te denken over de essentie van het leven.”

bijbel10daagse.nl.