„Slechte controle op Europese subsidies”
Binnen de Europese Unie wordt nog te weinig gecontroleerd of het geld van de EU-begroting juist en nuttig wordt besteed. Het toezicht op het beheer van de EU-gelden -zowel door de EU als door de lidstaten zelf- is weliswaar iets verbeterd, maar kent nog steeds tekortkomingen.
Dit schrijft de Algemene Rekenkamer in een dinsdag verschenen rapport.
De EU-begroting bedroeg vorig jaar 96 miljard euro. Nederland droeg daaraan 5 miljard euro bij, maar ontving in datzelfde jaar in totaal 2,5 miljard euro vanuit Brussel. Ruim tweederde (69 procent) van het geld dat Nederland van de EU kreeg, was bestemd voor de landbouw, 14 procent voor steun aan achtergestelde gebieden (structuurfondsen), 17 procent was voor onderzoek, Europese netwerken, opleiding en jeugd.
De Algemene Rekenkamer constateert dat er bar weinig openheid heerst over de besteding van de Europese miljarden. Landen als Nederland en Duitsland zijn de grote nettobetalers, waar landen als Spanje, Portugal en Ierland al jarenlang veel geld ontvangen uit Brussel. Maar hoe die miljardenstromen besteed worden, blijft vaak schimmig. Nederlandse kabinetten willen al jaren dat er een einde komt aan dit „zinloos rondpompen van Europese miljarden.”
Volgens de Algemene Rekenkamer maakt de EU niet openbaar in welke landen en bij welke geldstromen het financieel beheer de meeste gebreken kent. „Controleren of EU-geld juist en nuttig is uitgegeven, krijgt minder aandacht dan het maken van nieuw beleid”, staat in het rapport. Ook in Nederland moet de overheid de besteding van EU-geld beter controleren, meent zij.
In totaal wordt ongeveer 85 procent van de gehele EU-begroting uitgegeven aan landbouwsubsidies en structuurfondsen. Achteraf is vaak moeilijk vast te stellen wat de resultaten van veel plattelandsprojecten zijn en hoe nuttig ze zijn geweest. De Algemene Rekenkamer onderzocht 92 projecten uit de periode tussen 1994 en 1999. Er bleek weinig informatie voorhanden over de effecten.