Grote steden: Meer woningen bouwen
Er moeten de komende tien jaar in de vier grote steden meer dan 6000 nieuwe woningen per jaar gebouwd worden. Deze doelstelling staat in een rapport dat de vier grote steden dinsdag hebben overhandigd aan de Tweede Kamer.
De stadsbesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht willen met het Rijk prestatieafspraken maken over vernieuwing van de meest problematische wijken, waar volkshuisvesting, werkgelegenheid, onderwijs en zorg onder de maat zijn.
Behalve dat het aantal woningen moet worden uitgebreid, moet de woonomgeving volgens de steden worden verbeterd. De veiligheid moet omhoog en ook zijn maatregelen nodig op het gebied van de sociale problematiek, de voorzieningen in de wijk en de economie.
In de grote steden woont 12 procent van de totale Nederlandse bevolking en de helft van de Nederlandse allochtonen. Het risico om slachtoffer te worden van een misdrijf is er aanzienlijk groter dan in andere steden en de werkloosheid is er tweemaal zo hoog als landelijk. Ongeveer 60 procent van alle leerlingen in het basisonderwijs kampt met een achterstand.
Er vertrekken jaarlijks vijfmaal zoveel gezinnen uit de grote steden als uit de middelgrote steden. Eenderde van alle mensen met een bijstandsuitkering en de helft van de problematische drugsgebruikers wonen er. Goedkope huurwoningen maken in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht 52 procent uit van alle woningen, terwijl dit in heel Nederland 27 procent is.
De probleemwijken vereisen een grotere investering dan gemeenten kunnen opbrengen, stellen de stadsbesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Zonder steun van de overheid zullen ze deze opgave niet kunnen realiseren.
De vier grote steden pleiten daarom voor het terugdraaien van de bezuinigingen op het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Het Rijk moet bovendien bij de verdeling van het ISV-budget rekening houden met de opgave waar de vier grote steden voor staan. Hun probleemwijken zouden bij deze verdeling voorrang moeten krijgen.
Verder benadrukken de steden dat herstructurering een zaak is van de lange adem. Dit vraagt om continuïteit van de rijksbijdragen op langere termijn. Ook pleiten zij voor een actievere rol van de corporaties en van de randgemeenten.