V. schoot het slachtoffer van zeer dichtbij neer, terwijl het café vol met mensen stond. De man overleed een week later in een ziekenhuis. V. is eerder veroordeeld wegens poging tot doodslag, wapenbezit en openlijke geweldpleging. De officier noemde hem een gevaarlijke beroepscrimineel.

De veroordeling is gebaseerd op getuigenverklaringen. Justitie had in deze zaak geen technisch bewijs weten te verzamelen. Ook stuitte de politie tijdens het onderzoek op het probleem dat niemand een belastende verklaring durfde af te leggen uit angst voor represailles.

De rechtbank heeft een lagere straf opgelegd, omdat de politie op onderdelen onzorgvuldig heeft gehandeld. Zo heeft de politie twee processen-verbaal op onjuiste manier opgemaakt en zijn in het proces-verbaal van het verhoor van een van de getuigen niet al haar verklaringen opgenomen.

De rechtbank heeft de indruk dat de politie een passage bewust niet heeft opgenomen, omdat de verdediging hiervan gebruik zou kunnen maken. In deze passage komt naar voren dat de getuige een zeer traumatisch verleden heeft en medicijnen gebruikt. De advocaat van de schutter, A. Slijters, zette tijdens de zitting vraagtekens bij de betrouwbaarheid van deze getuige. De rechtbank is het hiermee niet eens. „Zij is van meet af aan consistent geweest in de kern van de inhoud van haar verklaringen. Zij heeft immers verklaard dat ze de man heeft zien schieten.”