„Enquête nodig naar Betuwelijn”
„Het is de miskleun van de eeuw.” Oud-SGP-kamerlid Van den Berg houdt niet van oneliners, maar tijdens de debatten over de aanleg van de Betuwelijn, bijna tien jaar geleden, veroorloofde hij zich er een. Naarmate de tijd verstreek bleek hij het gelijk aan zijn zijde te hebben.
Eind vorige week kwam naar buiten dat het laatste sprankje hoop, een winstgevende exploitatie van de lijn, ook nog is verdwenen. Minister De Boer van Verkeer en Waterstaat meldde het schijnbaar achteloos halverwege een persbericht: „Het beheer en de onderhoudskosten liggen hoger dan eerder werd aangenomen.”
Wie verder leest begrijpt dat uit de opbrengst van de goederenspoorlijn tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens niet eens de kosten voor beheer en onderhoud kunnen worden betaald. Het terugverdienen van de bijna 5 miljard euro dure lijn komt pas op langere termijn aan de orde. Over de kosten die dat met zich meebrengt, spreekt minister De Boer helemaal niet. Uitgaande van een rentepercentage van 5 procent bedragen alleen de rentelasten zo’n 250 miljoen euro per jaar.
„Ik had het wel gedacht”, zegt Van den Berg. „De kosten zijn de pan uitgerezen. Eerst gingen we uit van een investering van 3,5 miljard gulden. Het bedrag is nu al bijna verdrievoudigd. Dat heeft natuurlijk invloed op de toekomstige exploitatie. Die is niet rendabel te maken.”
Volgens het oud-kamerlid zou de Tweede Kamer de durf moeten opbrengen om een commissie van wijze mannen te vragen hoe het nu verder moet met de Betuwelijn. „Mogelijk dat bepaalde gedeelten die al zijn gerealiseerd, gebruikt kunnen worden voor personenvervoer. Andere stukken zijn wellicht geschikt voor moderne vormen van goederenvervoer, bijvoorbeeld onbemande vrachtwagens.”
Wat Van den Berg betreft mag de aanleg direct worden gestopt. Hij vindt het bovendien tijd voor een parlementaire enquête naar de besluitvorming rond de Betuwelijn. „Die moet worden uitgevoerd door de Eerste Kamer. De praktijk van enquêtes leert namelijk dat de Tweede Kamer niet zo kritisch is ten aanzien van het eigen functioneren.
Laat ik het maar zeggen zoals het is: de Betuwelijn is een prestige-object geworden. De verschillende coalitiepartners hebben de afgelopen tien jaar veelal om politieke redenen ingestemd met de aanleg en voortgang van het project.”
Volgens de in Nunspeet woonachtige SGP’er heeft de regering zich in 1993 tijdens het debat over de aanleg van de goederenspoorlijn bediend van een serie argumenten die achteraf bezien op drijfzand berustten.
„Zo deed de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, Maij-Weggen, het voorkomen alsof de private financiers in de rij stonden om bij te dragen aan de aanleg van de goederenspoorlijn. De overheid rekende op 800 miljoen euro. Geen enkel bedrijf heeft er tot nu toe één cent in gestoken.”
Het milieu zou ook baat hebben bij de aanleg van de goederenspoorlijn. Van den Berg: „Dat argument is in 1999 ontkracht door het RIVM. Treinen zouden drie à vier keer zo schoon zijn als het autoverkeer. Dat klopt niet. Ondertussen is namelijk besloten dat er dieseltreinen gaan rijden in plaats van elektrische locomotieven. Bovendien zijn vrachtauto’s onder meer door de aanwezigheid van roetfilters veel minder milieuvervuilend dan tien jaar geleden.”
Verder zou er in Duitsland belangstelling bestaan voor aansluiting op de lijn. „Daar is tot nu toe ook niets van gebleken.” Wat Van den Berg zeer kwalijk vindt, is de beslissing van de vorige minister van Verkeer en Waterstaat, Netelenbos, om de noordelijke aftakking van de Betuwelijn niet aan te leggen. „Als je dan een lijn wilt, moet de noordtak daar wel bij. Doe je dat niet, dan komt de rentabiliteit extra onder druk te staan. Tegen afwikkeling van het goederenvervoer richting het noorden via het bestaande spoor bestaan terecht grote milieubezwaren.”
De SGP’er heeft zich destijds ook geërgerd aan de manipulatie met heffingen. „In de berekeningen ging de overheid ervan uit dat het goederenvervoer per spoor door zware heffingen op het wegvervoer flink zou toenemen. Al snel werd duidelijk dat die heffingen er helemaal niet zouden komen.”
Wat Van den Berg het stuitendst vond, is het gebrek aan onderzoek naar alternatieven. „Daar is nooit serieus naar gekeken. Een goed alternatief is een betere benutting van het bestaande spoor en bevordering van de binnenvaart. De Algemene Rekenkamer heeft er in 2000 terecht de vinger bij gelegd dat deze combinatie nooit serieus is onderzocht. Dat is toch ongelooflijk?
De SGP heeft altijd gezegd dat de binnenvaart een goedkoop en milieuvriendelijk alternatief is. Zonder steun van de overheid is het containervervoer via het water van de Rotterdamse haven naar het achterland de afgelopen jaren explosief gegroeid. Ik ben nu bang dat de overheid door directe of indirecte subsidiëring van de Betuweroute de binnenvaart gaat benadelen”, zo vreest Van den Berg, die onder meer actief is als voorzitter van de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB).
Ziet Van den Berg dan helemaal geen pluspunten? Na enig nadenken noemt hij er een: „Er zijn veel mensen aan het werk en aan het werk geweest.” Maar dan slaat het pessimisme weer toe: „Het gevolg is echter wel dat andere nieuwbouwprojecten en het onderhoud veel te weinig geld kregen. Bovendien is de Betuwelijn door prijsopdrijving als gevolg van uitpuilende orderportefeuilles, extra duur geworden.” Na een korte stilte sombert hij: „Het Betuwse landschap is ook onherstelbaar aangetast.”
De Tweede Kamer vergadert woensdag tijdens een procedurevergadering over de vraag hoe omgegaan moet worden met het rapport van minister De Boer waarin staat dat de Betuwelijn niet rendabel is. SGP-kamerlid Van der Staaij wil een spoeddebat.