Dat staat in een verkenning van de Onderwijsraad die dinsdagmorgen is gepresenteerd.

De maatschappij vraagt vooral mensen die initiatieven kunnen nemen en problemen kunnen oplossen, aldus de raad. Daarom moeten leerlingen en studenten meer buiten de school leren. Dat kan bijvoorbeeld door het opzetten van miniondernemingen in het beroepsonderwijs, het gebruikmaken van educatieve mogelijkheden in musea, het benutten van leermogelijkheden via internet, het realiseren van een brede school en het inschakelen van gastdocenten.

Volgens de Onderwijsraad hebben scholen nu te weinig mogelijkheden om alternatieve leertrajecten aan te bieden. De minister moet de mogelijkheden voor examinering, bekostiging en aansluiting tussen onderwijssectoren verbeteren.

Leerlingen en studenten moeten de mogelijkheid krijgen binnen en buiten de school het onderwijs dat ze wensen „in te kopen.” Ze kunnen dan tegelijkertijd in diverse schooltypen onderwijs volgen.

Leerkrachten zullen in de nieuwe situatie beter toegerust moeten zijn. Naast hun rol als kennisoverdrager, krijgen ze steeds meer een rol als ontwerper van leertrajecten of ontwikkelaar van lesmateriaal. Leraren moeten hun ervaringen op dit terrein uitwisselen.

De Onderwijsraad ziet internet als de belangrijkste schakel tussen schools en buitenschools leren. Scholen moeten daarom een goede en betaalbare toegang hebben. Verder moeten er meer ruimten komen voor computers, voor overleg en voor zelfstudie.

Volgens de raad doen de scholen er verstandig aan hun lesmateriaal op internet te zetten. Dan kunnen daarvan ook anderen, buiten de school, profiteren.