Geen morele discussie
Minister Van der Hoeven van Economische Zaken wil een maatschappelijk debat starten over ethiek en ondernemen. De bewindsvrouw is verontrust over het gebrek aan normbesef bij managers. Een groot tekort aan ethisch en moreel handelen is naar haar overtuiging een belangrijke oorzaak voor de economische crisis.
Dat er aan het normbesef bij leidinggevenden in bedrijfs- en bankwereld iets schort, is al langer bekend. Vorige maand publiceerde het accountantskantoor KPMG een rapport waaruit bleek dat 40 procent van de jonge, veelbelovende medewerkers te weinig normbesef heeft. Het gaat hen alleen maar om een snelle carrière, hoog inkomen en status. Ze missen voldoende verantwoordelijkheidsgevoel voor het geheel van de onderneming waar ze in dienst zijn. Evenzo hebben ze weinig respect voor hun collega’s. Hun moreel besef houdt bij de ellenbogen op.Dat het zo slecht gesteld is met het normbesef hoeft niemand te verbazen. Ten diepste is elk mens bezeten van egoïsme en hebzucht. Wel is het zo dat de omstandigheden deze drang tot het dienen van het eigenbelang kunnen remmen of juist stimuleren. Inmiddels is iedereen het er wel over eens dat de achterliggende jaren met de ongekende en ongeremde economische groei de hebzucht van mensen hebben gestimuleerd. Positieve groeicijfers, kansrijke beleggingen, aandelenopties en aantrekkelijke bonussen deden het gevoel ontstaan dat het almaar beter zou worden. Het ging ondernemers vaak niet meer om het belang van de onderneming, maar vooral om hun eigenbelang.
Toch schiet men tekort als men alleen maar de oorzaak zoekt bij het economisch klimaat van de jaren die achter ons liggen. Niet de structuren, maar de makers en instandhouders van die structuren zijn de oorzaak van het moreel verval waar de minister zich nu druk om maakt.
In de voorbije kwarteeuw zijn begrippen als vrije markt, zelfredzaamheid en maximale persoonlijke vrijheid kernwoorden van het maatschappelijk klimaat geworden. Het ging er vooral om hoe het individu zo veel mogelijk tot zijn recht kon komen. De slagzin was: „Ik bepaal zelf wat ik denk en wat ik doe.” Kinderen werden opgevoed tot zelfbewuste burgers. Ze werden vooral getraind in het zelfstandig keuzes maken. Met die bagage zijn niet alleen jonge managers de samenleving ingestuurd, maar al hun leeftijdgenoten.
De minister wil nu een maatschappelijk debat. Op zichzelf is het goed dat de bewindsvrouw een signaal afgeeft. Maar maatschappelijke debatten zijn in het algemeen eindeloze discussies die weinig tastbare resultaten opleveren. Natuurlijk vindt iedereen dat topbestuurders en leidinggevenden in bedrijven zich moet matigen. En terecht. Maar dan houdt de discussie vaak op. Zodra elke burger persoonlijk wordt aangesproken op de noodzaak tot verandering van gedrag, staat de wagen stil. Dan zijn morele oproepen als hagelstenen op een olifantenhuid: ze doen geen pijn, ze vervelen hooguit. Alleen een algehele maatschappelijke omkeer van heersend egoïsme naar solidariteit met en zorg voor elkaar kan uitkomst bieden. Dat is geen discussie maar bekering.