Buitenland

VN-hof bespreekt klacht Iran tegen VS

Het Internationaal Gerechtshof is maandag begonnen met de mondelinge behandeling van de olieplatformszaak die Iran in 1992 tegen de Verenigde Staten heeft aangespannen. Daarbij kwam ook de actuele wereldcrisis rond Irak zijdelings aan de orde.

ANP/AFP
17 February 2003 17:44Gewijzigd op 14 November 2020 00:08

De zaak verkeerde, zoals bij het Internationaal Gerechtshof gebruikelijk, jarenlang in voorbereidende schriftelijke fase. Iran beschuldigt de VS ervan in 1987 en 1988 drie olieplatforms in de Perzische Golf te hebben vernietigd en daarmee het internationaal recht te hebben geschonden. Iran eist schadevergoeding voor de vernielingen die Amerikaanse oorlogsschepen aanrichtten en voor de geleden schade bij de Iraanse olie-export.

Aan het einde van de eerste Golfoorlog, tussen Iran en Irak (1980 tot 1988), stuurde Washington zijn marine naar de Perzische Golf om het internationale zeeverkeer in het gebied te beschermen. De Amerikanen zeggen dat het bestoken van de olie-installaties een antwoord was op aanvallen van Iran op een Amerikaans schip en een olietanker die onder Amerikaanse vlag voer.

Iran baseert zijn klacht op het Vriendschapsverdrag dat het in 1955 met de VS sloot ter bevordering van de bilaterale betrekkingen, vooral op het gebied van handel. De Iraanse delegatieleider, Mohammad Hossein Zahedin-Labbaf, speelde maandag in op het verschil tussen de situatie van vandaag en de historische constellatie waar het in de rechtszaak om gaat: „Wat een ironie! De Verenigde Staten ondersteunden Irak, de agressor!”

De VS waren tijdens de Irak-Iran-oorlog (1980/88) een trouwe bondgenoot van de Iraakse president Saddam Hussein. Hij werd toen gezien als een geringer euvel dan de Iraanse leider, ayatollah Khomeiny. Iran beschuldigde Washington er maandag ook van dat het „Irak heeft geholpen met chemische en biologische wapens” tijdens die oorlog. De veronderstelde massavernietigingswapens van Irak zijn tegenwoordig volgens de Amerikaanse president Bush voldoende reden om een nieuwe Golfoorlog te beginnen tegen Irak.

Voor de mondelinge behandeling van de olieplatformszaak heeft het Internationaal Gerechtshof drie weken uitgetrokken (17 februari tot 7 maart). Het hoogste VN-hof beslecht geschillen tussen staten bij de interpretatie en toepassing van het internationaal recht. Het zetelt in het Vredespaleis in Den Haag, evenals het Permanente Hof van Arbitrage.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer