Touwtrekken om de alimentatie
Negen jaar wist een vader de rechtszaak rond de alimentatie te rekken. Al die negen jaar ontving zijn ex-vrouw van hem geen cent voor de verzorging van hun kinderen. Niets.
Het is een van de trieste gevallen waarmee het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) te maken kreeg. Het achterliggende jaar zag het bureau het aantal aanvragen met sprongen stijgen. „In november vorig jaar met 14 procent, in december 16, sinds januari elke maand ruim 20 procent”, zegt directeur L. D. de Bakker. „Zo’n plotselinge en sterke stijging is uniek. De economische situatie is de enige oorzaak die ik weet te bedenken. Als het zo doorgaat, krijgen we dit jaar 9500 aanvragen om achterstallige alimentatie te gaan innen. Dat aantal schommelde jarenlang tussen 7500 en 8000.”De Nederlandse rechtbanken wijzen zo’n 11.000 keer per jaar kinderalimentatie toe. Het aantal aanvragen dat het LBIO binnenkrijgt, duidt erop dat gemiddeld nog geen 3500 van die 11.000 ex-partners tot betaling overging, en dat dit aantal momenteel steeds verder daalt.
Daarmee ligt het percentage wanbetalers veel hoger dan bij bijvoorbeeld belastingen en verkeersboetes. „De aversie tegen de ex, of tegen de alimentatie, of tegen allebei is vaak groot.”
Meer dan 90 procent van de wanbetalers komt door de bemoeienis van het LBIO alsnog met geld over de brug. Dat is een veel beter resultaat dan bij de Belgische collega-organisatie, die slechts 14 procent van de aanvragen weet te honoreren.
„We geven de wanbetaler de kans om aan te tonen dat er geen achterstand is en de gelegenheid om alsnog te betalen”, zegt De Bakker. „Tot voor kort werd bijna twee derde van de kwesties daardoor binnen twee maanden opgelost. Dat percentage daalt naar 60, dus ook daarin zie je verslechtering van de situatie. Onze bemiddeling in deze gevallen is gratis; daarvoor is gekozen vanwege het belang van de kinderen. Het kost de samenleving bijna 1 miljoen euro per jaar, maar daarvoor weten we zo’n 6000 zaken op bevredigende wijze op te lossen.
Als we betaling moeten gaan afdwingen, wordt het achterstallige bedrag met 15 procent kosten vermeerderd. De eenvoudigste wijze is loonbeslag: de werkgever krijgt opdracht een deel van het salaris van de wanbetaler naar ons over te maken. Soms geven we opdracht dat een paspoort niet vernieuwd mag worden voordat er betaald is. Beslaglegging op goederen gebeurt alleen als de verwachte baten de kosten overstijgen.”
De bemiddeling van het LBIO is begrensd: „Als er zes maanden betaald is en er geen achterstand meer is, laten we de zaak weer aan de mensen zelf over. Het komt maar zelden voor dat het misloopt en dat mensen voor de tweede keer bij ons aankloppen. We innen ook niet meer dan zes maanden achterstallige alimentatie, gerekend vanaf de datum van de aanvraag. Benadeelden moeten dus snel een aanvraag indienen als ze niet krijgen wat de rechter heeft toegewezen.”
Partneralimentatie
Sinds augustus dit jaar int het LBIO ook partneralimentaties, die de meest draagkrachtige partner aan zijn of haar ex-echtgenoot moet betalen. „Dat mochten we jarenlang alleen als de wanbetaler in het buitenland woonde. Nu kunnen we ook in Nederland aan de slag. Er zijn al 400 aanvragen binnen.” Het ministerie van Justitie berekende dat ongeveer 12.000 ex-partners, meestal vrouwen, in de bijstand zitten terwijl ze eigenlijk alimentatie moeten krijgen. „Zij moesten via een advocaat of incassobureau betaling proberen af te dwingen, maar zagen daar vaak van af doordat ze van tevoren moesten betalen zonder zeker te zijn van de opbrengst. Dat is bij het LBIO niet aan de orde.”
Vermindering van inkomen is geen geldige reden om maar geen alimentatie meer te betalen, zegt De Bakker. „De rechter wijst in zulke zaken vrijwel altijd vermindering van alimentatie toe, zelfs met terugwerkende kracht. Ex-partners mogen alimentatie ook niet inhouden om naleving van de omgangsregeling af te dwingen. In andere gevallen ontstaat wanbetaling doordat men het bedrag onredelijk vindt. Daarom heeft de CU-fractie in de Tweede Kamer vorig jaar in een motie aangedrongen op vereenvoudiging van de berekening.
Soms wil de niet-verzorgende partner minder betalen als hij de kinderen bijvoorbeeld een maand meeneemt tijdens een vakantie. De rechter heeft daar echter vaak al min of meer rekening mee gehouden. Als wij daarop wijzen, wordt er, met veel gemopper, doorgaans toch betaald.
Een andere belangrijke oorzaak van wanbetaling is onwil. Je ziet nogal eens dat het willen stichten van een nieuw gezin de zaak verscherpt.”